Kan je consumptie en duurzaamheid wel verzoenen? Geen geschiktere partij om die vraag te beantwoorden dan de grootste producent van consumentenproducten ter wereld. RetailDetail sprak met topvrouw Caroline Thomaes van Procter & Gamble Benelux.
Zeshonderd wetenschappers
Het is een tekenend detail: wanneer Caroline Thomaes de vergaderruimte binnenkomt, heeft ze haar navulbare drinkfles bij. Iedere medewerker op de hoofdzetel bij Procter& Gamble heeft tegenwoordig zo’n herbruikbare fles, zo blijkt. Wegwerpverpakkingen wil het bedrijf zoveel mogelijk vermijden. Als gast krijg ik overigens wél nog water uit een plastic fles, maar de toon is gezet.
Onze gesprekspartner heeft er al een mooie internationale loopbaan op zitten bij de multinational, sinds 1997. Sinds juli 2017 is ze Country Leader Benelux. België mag dan al klein zijn, het is erg belangrijk voor Procter & Gamble, vertelt ze met enthousiasme. Het bedrijf is hier al aanwezig sinds 1956. In het Innovatiecentrum in Strombeek-Bever – dat haast een half dorp groot is – werken zowat duizend internationale medewerkers, waaronder wel zeshonderd wetenschappers. Zij ontwikkelen hier alle nieuwe wasmiddelen en schoonmaakmiddelen voor de hele wereld. Van hieruit doet P&G ook aan diepgaand consumentenonderzoek: in één van de gebouwen werd zelfs een woning nagebouwd om er consumentengedrag te observeren. En daarnaast is er de fabriek in Mechelen, die vaatwastabletten produceert – ook al voor de hele wereld.
Rol als voorloper
Dat P&G in België een speler van formaat is, hoeft geen betoog. Uiteraard kent iedereen merken als Dash, Gillette of Pampers. “In de categorieën waar we actief zijn, hebben we opgeteld een marktaandeel van 40%. We verkopen hier zes producten per seconde. Acht van onze merken zijn nummer één in hun categorie, drie bezetten de tweede plaats.” Die leidende positie brengt ook een grote verantwoordelijkheid met zich mee, beseft Caroline Thomaes. “Qua duurzaamheid hebben we een sterke impact, zowel op de consument als op de industrie. Acht op de tien Belgen vinden dat bedrijven niet genoeg doen aan duurzaamheid, blijkt uit consumentenonderzoek. We willen een voorlopersrol spelen. Tot nu toe hebben we daar nog niet zo veel over gecommuniceerd.”
Dat verandert nu, al is het geen evidente oefening, want duurzaamheid is een complexe materie met veel verschillende aspecten. Consumenten denken vaak in de eerste plaats aan plastic verpakkingsafval, maar het gaat veel verder dan dat. “Wij bekijken de volledige levenscyclus van een product: van de grondstoffen en de productie over de verpakking en het transport tot het gebruik door de consument en de verwerking of de recyclage van het afval. Telkens gaan we kijken waar onze impact het grootst is. Wat we ‘the next life’ van het product noemen, nemen we al mee van bij het eerste ontwerp.”
Energie, plastic, water
De grootste impact boek je niet altijd waar je het zou verwachten, zo blijkt. “Al in 2008 lanceerden we met Ariel een campagne die mensen wilde aansporen om te wassen op 30° in plaats van op hogere temperaturen. Uit een analyse leerden we namelijk dat de impact van de temperatuur enorm is. In de levenscyclus van een wasbeurt bevindt 75% van het energieverbruik zich bij de consument thuis, bij het opwarmen van het water. Met de besparing die je realiseert door alle gezinnen op 30° te laten wassen, kan je de huizen van een half miljoen mensen verlichten… Met de nieuwe generatie wasmiddelen is die hoge temperatuur immers niet meer nodig voor een prima wasresultaat.”
Ook op het vlak van plastic verpakkingen zet het bedrijf stappen. “Er is veel expertise over recyclage in België. We zijn stichtend lid van Fost Plus. 86% van onze verpakkingen is recycleerbaar. Tot 90% van onze haarverzorgingsverpakkingen in Europa bevat al 25% gerecycleerd materiaal. Bij Lenor geldt dat al voor 50% van de transparante verpakkingen. We introduceerden recent de Dreft Ocean fles, die gemaakt is van 100% gerecycleerd plastic, waarvan 10% werd verzameld door vrijwilligers op stranden en in rivieren, in samenwerking met recyclagespecialist Terracycle. Er is voorlopig nog onvoldoende aanbod om dat percentage te verhogen, maar we boeken vooruitgang.”
Water is een ander aandachtspunt. Zowel in de productie als bij de consument moet het waterverbruik drastisch naar beneden. “Mogelijk watertekort staat vandaag hoog op de agenda. Een gemiddeld gezin verbruikt wel 500 liter water per dag, dat is enorm. Vanuit Strombeek-Bever sturen we een internationaal project aan dat bekijkt hoe we dat verbruik naar 50 liter kunnen reduceren. We passen ook onze producten aan. Onze Dash wascapsules zijn niet alleen heel handig in het gebruik, maar doordat ze zo sterk geconcentreerd zijn bevatten ze ook 80% minder water dan klassiek vloeibaar wasmiddel. En onze Dreft vaatwastabletten zijn zo efficiënt dat je de vaat niet vooraf hoeft te spoelen, zoals veel mensen nog steeds doen. Zo zou je in België 18 miljoen liter water op jaarbasis kunnen besparen.”
Bijdragen tot een mentaliteitswijziging
Essentieel voor de aanpak bij P&G is wel dat er van compromissen geen sprake kan zijn. Producten moeten de beste prestaties leveren, dat blijft de belangrijkste focus. Per slot van rekening is dat ook de verwachting van de consument. “Onze nieuwe Pampers Pure luiers bijvoorbeeld bevatten hoofdzakelijk plantaardige ingrediënten, geen parfum, geen chloorbleekmiddelen en geen latex. Maar bovenal garanderen ze droge billetjes. Moeders willen een veilig en natuurlijk product, maar ze willen in geen geval een huilende baby.” En uiteindelijk zijn efficiëntere producten ook beter voor het milieu. Een klassieker is de Dreft reclame: één fles Dreft doet wat twee flessen afwasmiddel van een goedkoper merk doen.
Rest de vraag of de hoge groeiambities van een mondiale producent van consumentenproducten wel compatibel kunnen zijn met een oprecht streven naar duurzaamheid? Caroline Thomaes is overtuigd van wel: “We willen vooral meer waarde creëren, niet per se meer volumes verkopen. Het is ons te doen om verantwoorde consumptie. Nogmaals: door onze schaal hebben we een enorme impact. Als grootste adverteerder kunnen we bijdragen tot een echte mentaliteitswijziging. Consumenten staan vandaag meer dan ooit open voor klimaatkwesties. Het is bovendien een gedeelde verantwoordelijkheid. We betrekken onze handelspartners, de retailers, bij onze initiatieven. Samen kunnen we consumenten beter informeren en hun gedrag in de goede richting beïnvloeden.”
Naar een circulair model
Op internationaal vlak neemt P&G het voortouw: CEO David Taylor is voorzitter van de Alliance to End Plastic Waste, een samenwerkingsverband tussen een dertigtal grote bedrijven die samen de komende jaren wel anderhalf miljard dollar (1,33 miljard euro) gaan investeren om komaf te maken met plastic afval in de wereld.
Een ander concreet project is Loop, een circulair platform voor e-commerce dat is ontwikkeld door de internationale leider in recyclage, Terracyle. Consumenten kunnen op een gezamenlijk online platform boodschappen bestellen die in aangepaste verpakkingen worden geleverd. Bij een volgende levering worden de lege verpakkingen ook weer meegenomen voor hergebruik. P&G was de eerste fabrikant van consumentenproducten die aansloot bij het platform, met elf merken intussen. De producent ontwikkelde onder andere voor Pantene shampoo en conditioner een herbruikbare fles gemaakt van aluminium, en ook duurzame, navulbare verpakkingen voor Ariel en Febreze. Loop is intussen van start gegaan in Parijs, binnenkort volgen New York en een tiental steden in Canada, Japan, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten.
Wat P&G al bereikte sinds 2010
-
Het energiegebruik in de fabrieken werd verminderd met 22% per productie-eenheid
-
Het watergebruik in de fabrieken werd verminderd met 25% per productie-eenheid
-
Het trucktransport ging per productie-eenheid in kilometers met 25% naar beneden
-
De absolute uitstoot van broeikasgassen daalde met 21%
-
86% van alle verpakkingen zijn recycleerbaar
-
Gebruik van 38.100 ton PCR (post-consumer recycled plastic) in de plastic verpakkingen