Belgen net iets negatiever
De Nationale Bank van België doet elke maand een enquête bij 1.600 Belgen. Hen wordt gevraagd hoe ze verwachten dat de economische situatie zal evolueren, hoe ze de werkloosheid inschatten en of ze denken nog te kunnen sparen. De resultaten ervan worden vervolgens omgezet in een cijfer, en dat daalde in maart van -17 naar -23.
De jongste bevraging leert dat de consumenten vooral vrezen voor een stijging van de werkloosheid. Hun bekommernis daarover is opgelopen tot het hoogste niveau in drie jaar. Voorts denkt de consument de komende maanden minder te kunnen sparen. Bizar genoeg daalde het vertrouwen in de financiële situatie van de gezinnen niet mee.
Meteen is de vooruitgang van februari weggeveegd: toen werd de Belg even optimistischer over de macro-economische ontwikkelingen. De index van de nationale bank die deze stemming opvolgt, stond toen op zijn hoogste peil sinds de zomer van vorig jaar. Bovendien was er ook een positieve stemming over de werkloosheid.
Nederlanders net iets minder dramatisch
Gisteren maakte het Nederlandse Centraal Bureau voor de Statistiek bekend dat in Nederland het consumentenvertrouwen licht gestegen is naar -41, maar februari (-44) was dan ook een historisch dieptepunt. Ondanks de stijging betekent dit wel dat grofweg driekwart van de Nederlandse bevolking negatief naar de economische situatie kijkt, tegenover maar een groot kwart positievelingen.
Toch mag daaruit niet meteen besloten worden dat Nederlanders negatiever naar de toekomst kijken: daar telt – in tegenstelling tot hier – ook mee hoe consumenten naar bepaalde economische aspecten van de voorbije twaalf maanden kijken. Elke lidstaat heeft immers een behoorlijke vrijheid om de indicator naar eigen goeddunken in te vullen.
België (net) boven Europees gemiddelde
Nederland zit met zijn score halverwege de staartgroep, terwijl België zit nog net in de bovenste helft met een twaalfde plaats en een fractie boven het Eurozone-gemiddelde van -23,6 blijft. Het wekt weinig verbazing dat de Grieken met -74 helemaal achterop lopen, nog net voor de Portugezen (-53) en de Cyprioten (-45; de enquête werd wel afgenomen voor de huidige climax in hun bankencrisis).
Amper drie landen kunnen een positieve index presenteren: alleen Finland (+8,2), Zweden (+6,4) en Denemarken (+6,5) zitten boven nul. Van de grote landen is Duitsland het positiefst (-6,4), ver voor de Britten (-17) en de Fransen (-28,5).