Retailers willen groeien, maar worden geremd door externe factoren. De grondstofprijzen die zo langzamerhand bijna recordhoogtes bereiken en de hoge loonkosten weerhouden hen ervan opnieuw een hoge vlucht te nemen na de moeilijke economische tijden.
Nochtans hebben de Belgische handelaars zich goed in stand weten te houden, volgens de conjunctuurenquête van Comeos. Hoewel de rendabiliteit onder druk stond en ook in 2010 nog angstaanjagend veel faillissementen werden opgetekend, zag men een positieve groei in de gepresteerde omzetten.
Meer werken voor minder.
Hogere omzet betekent niet noodzakelijkerwijs meer opbrengsten. De Belgische retailers hebben die waarheid het afgelopen jaar pijnlijk aan den lijve moeten ondervinden. Er werd ernstig aan de al kleine marges van de handelaars geknabbeld. “We stellen vast dat handelaars meer moeite moeten doen om op het einde van de dag minder te verdienen”, zegt Dominique Michel, Gedelegeerd bestuurder van Comeos.
Zo steeg de omzet in de modesector in 2010 met 6,4%. De rendabiliteit van diezelfde sector daalde daarentegen met bijna 30%. Andere groeiers waren de IT-sector (+ 7.9%) en e-commerce. Die laatste zag zijn omzet liefst 26,5% toenemen gedurende 2011.
Retail wil wel investeren, maar kan niet.
De tegenstrijdigheid tussen omzetgroei enerzijds en dalende winsten anderzijds heeft uiteraard ook zijn weerslag op de vooruitzichten voor 2011 in de retail. Volgens het onderzoek van Comeos denkt een kwart van de handelaars dit jaar te kunnen investeren. Ze willen innovaties doorvoeren en hun productiviteit verhogen.
Helaas is er een grote ‘maar’. Slechts eveneens een kwart van de handelaars gelooft dat de rendabiliteit zal verbeteren. Vanzelfsprekend beperkt dit de perspectieven van de bedrijven. Comeos legt uit waar het schoentje knelt aan de hand van het voorbeeld van de voedingssector.
“In de voedingssector werkt de handelaar met een winstmarge tussen de twee en de vier procent. Bijna drie kwart van de opbrengsten gaat naar de leveranciers, 14 procent is loonkost, 9 procent zijn kosten verbonden aan energie, transport en informatica. Op het einde van de dag houdt de handelaar in de voedingssector van iedere euro die in de kassa zit, dus gemiddeld drie cent over”, rekent Dominique Michel van Comeos uit.
“Twee cent gaat naar investeringen, de allerlaatste cent is de winst. Indien de grondstofprijs door de leveranciers rechtstreeks aan de handel wordt doorgerekend – en we vangen signalen op dat dat inderdaad zo zal zijn – zal de handelaar verplicht zijn die meerkost te recupereren. Door de marges nog te verkleinen, door de personeelskosten terug te dringen,…”
Loonkost grootste bedreiging.
Comeos ziet in de evolutie van de loonkost de grootste bedreiging voor de handel in 2011. In de handel is een indexering van 1% stijging op de totale loonkost, volgens de industrieorganisatie, vaak al een halvering van de marge. De tweede grootste bedreiging is het aantrekken van geschikt personeel. Pas op de derde plaats volgen de prijsevoluties van de grondstoffen en de energie.