De voetgangerszones die het Brusselse stadsbestuur her en der in de hoofdstad aanlegt, stuiten op groeiend verzet bij de handelaars. Nu zijn twee handelsverenigingen naar de Raad van State gestapt. Begin vorig jaar deden ook al drie milieuverenigingen dat.
“Niet tegen voetgangerszone, wel vóór goede bereikbaarheid”
Twee verenigingen van Brusselse handelaars, de ‘Groepering van de handelaars van het stadscentrum” en ‘Bruxelles Port de Mer’, hebben gisteren bij de Raad van State de schorsing en de nietigverklaring gevraagd van de bouwvergunning die de stad op 11 januari heeft afgeleverd om de centrumlanen en het Beursplein als voetgangerszone in te richten. Dat melden de kranten La Libre Belgique en La Dernière Heure.
De handelaars vinden dat ze niet gehoord werden in het openbaar onderzoek en in de overlegcommissie. “We zijn niet tegen de voetgangerszone, wel vóór een goede bereikbaarheid. We willen enkel dat de mobiliteitsproblemen worden aangepakt”, zegt Marc Withofs, voorzitter van Bruxelles Port de Mer.
30% omzetdaling
Volgens Alain Berlinblau, die de winkeliers van het stadscentrum vertegenwoordigt, zagen die laatsten hun omzet al met 30% dalen sinds hun straten afgesloten werden voor alle verkeer. “De klanten gaan nu gewoon naar het hoger gelegen stadsdeel (de buurt van de Louizalaan, nvdr.) of zelfs naar Louvain-La-Neuve of Waterloo. Die leegloop moet worden gestopt!”
ARAU (Atelier de Recherche et d’Actions urbaines), Inter-Environnement Bruxelles en de Vlaamse tegenhanger BRAL trokken in februari van vorig jaar al naar de Raad van State. Zij kantten zich tegen het circulatieplan dat de stad Brussel had uitgewerkt rond de voetgangerszones.