Dat ook Waalse stadscentra met een groeiende winkelleegstand kampen, zal niemand verbazen. De toestand wordt er stilaan dramatisch: in slechts 7 van de 68 bestudeerde steden en gemeenten is de toestand nog “goed leefbaar”.
Met uitsterven bedreigd
Segefa, de studiedienst voor economische geografie van de Luikse universiteit, heeft alarmerend nieuws over het Waalse winkellandschap, en dan met name in de stadskernen: in slechts 7 van de 68 bestudeerde steden en gemeenten is de lokale handel nog “goed leefbaar”. Die zeven zijn, in volgorde, Sankt-Vith, Waterloo, Visé, Beauraing, Namen, Bastenaken en Fléron. In 27 andere steden ‑ o.a. Eghezée, La Hulpe, Soignies, Andenne en Aat ‑ is de toestand “niet rooskleurig maar nog doenbaar”.
Alle andere steden moeten zich grote zorgen maken: zo wordt de leefbaarheid van de handel in steden als Bergen, Verviers, Doornik, Eigenbrakel, Charleroi en nog 24 andere als ronduit “slecht” beoordeeld, terwijl de handel “op sterven na dood” is in Fontaine-l’Evêque, Frameries, Lessines, Bouillon en Athus.
De onderzoekers van de ULg baseerden zich voor hun studie op drie factoren: de bezettingsgraad van de winkels (of de leegstand, zo u wil), de gemiddelde leeftijd van de winkels (hoe lang houden ze het uit) en het type handel (vooral kleding, schoenen e.a. dagelijkse spullen).
Oorzaken bij de vleet
“De stadscentra in moeilijkheden stapelen de factoren op die het aantal bezoekers en dus de houdbaarheid van de commerciële activiteit beperken”, zegt Segefa-directeur Guénaël Devillet in de Franstalige zakenkrant L’Echo.
Hij heeft het dan over een “gebrek aan visibiliteit, onvermogen om een aantrekkelijk kader te scheppen dat een goede mix biedt van diensten (kleine restauratie) en producten, lange periodes van wegenwerken, een aantrekkelijker concurrerend aanbod in de stadsrand, een stadsinrichting die niet aangepast is aan de noden van de huidige handel, moeilijke bereikbaarheid (met de auto of het openbaar vervoer) en gebrek aan parkeergelegenheid en/of aanwezigheid van ongeschikte betaalzones.” Om van de opmars van e-commerce nog te zwijgen.
Al komt de reddingsboei voor de kleinhandel misschien wel net van dat laatste: “In die context hebben kleine zelfstandigen in het stadscentrum een troef als ze meer service bieden en producten verkopen die elders niet te vinden zijn, waarbij een grote dosis creativiteit vereist is”, besluit Guénaël Devillet.