Vier op de tien gecontroleerde telemarketingbedrijven bellen toch nog naar consumenten wier telefoonnummer op de fameuze “bel-me-niet-meer”-lijst prijkt. Die bevat intussen al bijna één miljoen nummers.
Bijna 1,5 miljoen telefoontjes gecheckt
Sinds 1 juli vorig jaar kan al wie geen telefoontjes wil ontvangen van een telemarketingbedrijf zich registeren op de Bel-me-niet-meer-website. Die bevat intussen al 985.000 telefoonnummers ‑ “een bijzonder groot succes”, aldus minister van consumentenzaken Kris Peeters (CD&V) ‑ en telemarketingbedrijven zijn verplicht de lijst te gebruiken en na te leven.
Tussen 1 oktober 2015 en 29 april 2016 voerde de Economische Inspectie van de FOD Economie een uitgebreid onderzoek naar 70 ondernemingen die aan telemarketing doen. Alles samen werden daarbij liefst 1.470.368 oproepen gescreend. In de praktijk bleken 28 van de 70 gecontroleerde ondernemingen ‑ dat is liefst 40% ‑ toch nog geregeld mensen op te bellen die zich op de bel-me-niet-meer-lijst hadden ingeschreven.
Van “onzorgvuldig” tot “doelbewust”
De meeste inbreuken kwamen gelukkig voort uit onzorgvuldigheid, nuanceert het kabinet meteen. Meestal maakt de onderneming wel gebruik van de bel-me-niet-meer-lijst maar kruist ze die gegevens onvoldoende met haar eigen databestand. In tien gevallen maakten de overtreders echter geen gebruik van de fameuze lijst en zeven keer bleek zelfs sprake van ‘agressieve handelspraktijken’ waarbij doelbewust én herhaaldelijk een niet-gewenste oproep werd geplaatst.
“Dit onderzoek toont aan dat een aantal van die bedrijven hardleers is”, zegt minister Peeters. “Overtreders zullen dan ook worden aangepakt. 22 ondernemingen hebben een administratieve boete gekregen, voor één bedrijf hebben we zelfs een procedure opgestart om hun activiteiten te staken.”
De minister waarschuwt ook meteen: “We zullen deze controles blijven voeren en zo de consument blijven beschermen tegen bedrijven die het niet al te nauw nemen met de privacyregels en de wensen van de consument.”