Tijdens de tweede verplichte sluiting verloren de Belgische winkels iets meer dan helft van hun omzet. De schade is beduidend minder groot dan tijdens de eerste lockdown.
Verzwakt aan de start
Vandaag mogen alle winkels eindelijk weer open, na vier weken verplichte sluiting. Die tweede lockdown heeft de retailers 51% van de omzet gekost, becijferde de Nationale Bank van België. Toen de winkels in het voorjaar een eerste keer dicht moesten, bedroeg het gemiddelde omzetverlies 80%.
Unizo-woordvoerder Filip Horemans nuanceert de cijfers in De Tijd: “Het lijkt een verlichting, maar je mag er niet aan voorbijgaan dat de Belgische winkels fel verzwakt de tweede lockdown zijn ingegaan. Door de eerste sluiting waren hun reserves al fors verminderd, of zelfs gedecimeerd. De winkeliers hadden het tijdens de tweede lockdown dus zeker niet makkelijker.”
Winkelketenfederatie Comeos hanteert eigen cijfers en die ogen niet meteen rooskleurig. De belangenorganisatie schat het inkomstenverlies in de maand november op zo’n 2,5 miljard euro.
“Semi-lockdown”
De Nationale Bank geeft twee verklaringen voor de in verhouding kleinere schade tijdens de tweede lockdown. In de eerste plaats moesten er in november minder winkels volledig op slot. Een heel aantal winkels, zoals bijvoorbeeld Action, mochten openblijven, zij het dat ze alleen zogenaamd essentiële producten mochten verkopen.
Daarnaast heeft de verdere ontwikkeling van de e-commerce een rol gespeeld. Winkeliers mochten ook afhaalpunten opzetten voor online bestelde goederen. Veel retailers hebben van die mogelijkheid gebruik gemaakt.