Het Belgische consumentenvertrouwen kon zich in mei stabiliseren. De voorgaande vier maanden brokkelde het nog af om op het laagste peil sinds oktober 2015 te belanden.
Spaarvermogen houdt consumentenvertrouwen op peil
De stabilisering is het gevolg van uiteenlopende evoluties. Zo waren de consumenten deze maand pessimistischer over de economische toestand in het land en de evolutie van de werkloosheid. Daarentegen zagen ze hun persoonlijke financiële situatie en hun spaarmogelijkheden verbeteren.
In april was de verdere verzwakking van het consumentenvertrouwen nog integraal toe te schrijven aan de minder gunstige vooruitzichten van de gezinnen inzake hun persoonlijke situatie. Zo verwachten ze dat hun financiële mogelijkheden de komende twaalf maanden enigszins zullen verslechteren. Bovendien denken ze duidelijk minder te kunnen sparen.
De nieuwsberichten over moeilijke begrotingsbesprekingen binnen de federale regering waren daaraan wellicht niet vreemd. Nu die zonder grote ingrepen verliepen, keerde de stemming op dit vlak.
Sinds nieuwjaar in het sukkelstraatje
De meting van het consumentenvertrouwen is gebaseerd op een enquête die de Nationale Bank maandelijks uitvoert bij een wisselende steekproef van 1.850 gezinnen. Hen wordt gevraagd hoe ze de evolutie van de economie en van de werkloosheid inschatten. Voorts wordt gepeild naar hun verwachtingen voor hun persoonlijke financiële situatie en hun spaarvermogen. Dit alles wordt vervolgens samengevat in één cijfer.
Globaal zit de indicator van de nationale bank nu op -8 punten. In september vorig jaar stond de graadmeter nog op -10 punten. Nadien was hij aan een stelselmatige vooruitgang begonnen, om in december uit te monden in een stand van -3 punten. Nadien trad weer een verslechtering in.