Kortrijk kampt – net als heel wat andere steden – met een erg hoge winkelleegstand, maar is vastbesloten om daar iets aan te doen. Daarom is er nu een omvangrijk plan, met als opvallendste maatregelen een verbod op nieuwe baanwinkels en het opkopen van leegstaande panden.
Een miljoen per jaar
Liefst 12% van de Kortijkse winkels staat leeg, ook in het hart van de stad. De ‘boosdoeners’ zijn gekend: mensen trekken sneller naar baanwinkels op grote invalswegen, of bestellen hun spullen gewoon vanuit hun luie zetel online. Kortrijk legt zich echter niet zomaar neer bij die situatie en wil het tij keren met een groot plan, waarvoor de stad een miljoen euro per jaar voorziet. De stad hoopt dat ook de bredere regio dezelfde maatregelen zal treffen, meldt de VRT.
Om grote winkelketens, zoals Primark of Ikea, weer naar het centrum te halen, voorziet Kortrijk twee soorten premies: een investeringspremie en een aantrekkingspremie. De investeringspremie kan bijvoorbeeld toegekend worden voor renovatiewerken aan het gebouw, terwijl winkels via de aantrekkingspremie tot 30.000 euro van hun huuruitgaven kunnen recupereren. Dat de stad zich daarbij richt op de écht grote namen is natuurlijk geen toeval: ze hebben een aanzuigeffect waar ook andere, kleinere retailers mee van kunnen profiteren.
Baanwinkelstop
Naast het premiesysteem wil Kortrijk ook een halt toeroepen aan de verdere verspreiding van de baanwinkels. Op de invalswegen naar de stad en de wegen naar de deelgemeenten zullen geen nieuwe locaties meer komen voor die winkels. Bovendien zal de stad een twintigtal winkelpanden, die al jaren leeg staan, opkopen en omvormen tot woningen of kantoren.
Ten slotte gaat Kortrijk ook extra investeren in stadsmarketing. Het gaat echter veel verder dan een simpele campagne om de stad te promoten: de stad verzamelt allerhande data via de betaalkaarten en smartphones van bezoekers (zoals bijvoorbeeld de routes die shoppers afleggen of waar ze vandaan komen). Volgend jaar wil de stad die informatie gebruiken tijdens een grote presentatie, waarbij ook de grote retailers zullen uitgenodigd worden. Op basis van die data kan de stad aan kandidaat-winkeluitbaters dan precies vertellen waar een kledingwinkel zou kunnen renderen en waar niet, klinkt het.