De inflatie is hoog, maar de prijsstijgingen zijn nog hoger. Profiteren (merk)fabrikanten van de situatie om hun marges op te krikken en monsterwinsten te boeken? Rabobank zocht het uit.
Royale winsten in crisistijd
Boodschappen zijn ruim 20% duurder geworden dan een jaar geleden. Het is de schuld van de inflatie en van de sterk stijgende grondstof- en personeelskosten, zeggen de bedrijven volmondig. Toch valt het op dat multinationals nog royale winsten boeken en erin slagen te blijven groeien, ondanks de moeilijke marktomstandigheden.
Terwijl consumenten aan koopkracht inboeten en de kosten voor het levensonderhoud maar blijven toenemen, halen sommige FMCG-reuzen zelfs recordcijfers. Zo heeft brouwer AB InBev een uitmuntend kwartaal achter de rug waarbij de winst nota bene sterker groeide dan de omzet, met dank aan prijsverhogingen. Ook spelers als Henkel, Unilever en Mondelez halen aanzienlijk meer omzet en slagen er vlot in de hogere kosten door te rekenen aan hun klanten.
Is er sprake van “graaiflatie”, de praktijk om prijzen meer te verhogen dan kostengewijs nodig zou zijn en zo de winsten te verhogen? Is de inflatie niet meer dan een excuus? Er wordt druk over gedebatteerd in binnen- en buitenland. Zelfs Frans Muller, de CEO van Ahold Delhaize, werd uit vakbondshoek inmiddels al van “greedflation” beschuldigd. Het Economisch Bureau van Rabobank neemt nu de proef op de som.
Hoogste winsten sinds 2008
Het klopt dat de winsten de afgelopen jaren flink gestegen zijn. Sneller zelfs dan pre-corona. Voor de coronapandemie, in 2019, hadden Nederlandse bedrijven een netto exploitatieoverschot van 201 miljard euro. In lockdownjaar 2020 daalde de winst naar 189 miljard, maar in 2021 was er alweer 213 miljard euro en in 2022 zelfs 238 miljard euro netto exploitatieoverschot. “Het netto exploitatieoverschot bereikte vorig jaar ten opzichte van de omvang van de totale economie het hoogste peil sinds 2008”, berekende Rabobank.
Dat concluderen de onderzoekers voor de Nederlandse markt, maar de bredere trend is ook internationaal toepasbaar. Zowel het Internationaal Monetair Fonds (IMF) als de Europese Centrale Bank (ECB) besloten in recente studies dat de stijging in lonen de prijzen de afgelopen tijd niet zozeer hebben opgedreven, als wel de extra marges van de bedrijven zelf. Om die graaiflatie tegen te gaan, en de koopkracht van consumenten te beschermen, bevroor Frankrijk bijvoorbeeld al de prijzen van 250 supermarktartikelen.
Inflatie kon duidelijk lager zijn
Wat verklaart die hoge winsten? In het vierde kwartaal van 2022 blijft onder de streep een netto exploitatieoverschot van 66,3 miljard euro over. Dat is 10,9 miljard euro meer dan in het vierde kwartaal van 2021. Maar opvallend is vooral dat de inputkosten (intermediair verbruik) fors zijn gedaald, ondanks de beweringen van veel bedrijven. Bedrijven zijn gaan besparen, bijvoorbeeld op energie. Ook stipt Rabobank aan dat ondernemers hun winst hebben zien toenemen met 10,9 miljard euro, terwijl de loonkosten zijn gestegen met “slechts” 4,9 miljard.
Was er dan minder inflatie geweest als bedrijven de stijging van hun verkoopprijzen hadden beperkt tot wat minimaal noodzakelijk was om hun winstmarge op peil te houden? Ja, luidt het antwoord: over heel 2022 zouden de prijzen in Nederland 2,2 procentpunt lager zijn geweest. Dat scheelt een flinke duit op de totale prijsinflatie van 11,8% dat jaar.
Buffers voor morgen?
Toch durft Rabobank niet zomaar besluiten dat er in Nederland daadwerkelijk sprake is van graaiflatie. Behalve machtsmisbruik, kunnen namelijk ook andere motieven spelen. Vaak verhogen bedrijven hun prijzen bijvoorbeeld op voorhand, in anticipatie op aankomende kostenverhogingen. “Het duurt enige tijd voordat prijsverhogingen in de gehele productieketen zijn doorgerekend”, zeggen de onderzoekers.
Ook voor aankomende loonsverhogingen bouwden bedrijven mogelijk al een buffer. Zeker de retailketens zagen (nog sneller in Nederland dan in België) in het najaar van vorig jaar de bui reeds hangen, met toenemende vakbondsprotesten en stakingsacties. Er zouden onvermijdelijk loononderhandelingen aankomen. In België anticipeerden bedrijven wellicht op de voorziene indexatie in januari.
“Geen graaiflatie in food”
Het spel van vraag en aanbod speelt evengoed mee. De vraag lag in 2022 een stuk hoger dan het aanbod, door de bevoorradingsproblemen ten gevolge van de coronapandemie en de mondiale perikelen in de toeleveringsketen nadien. Door de prijzen te verhogen, daalde de vraag, en dat was soms net nodig. Als bedrijven hun prijzen zouden verlagen, zou de vraag te groot worden voor het aanbod.
Zeker in de food is Rabobank er lang niet zo zeker van dat graaiflatie mogelijk is. Ironisch genoeg, want net in die branche vallen de meeste verwijten. Door de intense concurrentie worden de prijsonderhandelingen daar “op het scherpst van de snede” gevoerd, terwijl bedrijven doorgaans prijzen verhogen als hun marktaandeel veilig blijft en als ze verwachten dat concurrenten hierin meegaan. “Veel foodretailers en voedingsmiddelenproducenten – zeker huismerkproducenten – ervoeren in 2022 druk op hun winstmarges. Dat duidt niet op graaiflatie”, besluit het rapport.