De zoveelste insolventieprocedure bij Galeria luidt de laatste fase in van de ontwikkeling van de middensegment-warenhuisketens in Duitsland, zegt internationaal retailexpert Erik Van Heuven, die nog wel bestaansrecht ziet voor Inno.
Hoopgevende signalen
Een week geleden vroeg de Duitse warenhuisketen Galeria opnieuw bescherming tegen haar schuldeisers. De eigenaar, vastgoedholding Signa, bezwijkt onder de schulden en kan zijn financiële verplichtingen niet meer nakomen. Curator Stefan Denkhaus gaat nu op zoek naar een nieuwe investeerder, maar een evidente oefening wordt dat niet. Verdwijnt, bijna tien jaar na het faillissement van V&D, opnieuw een monument van de Europese warenhuissector?
Volgens de Belgische CEO Olivier Van den Bossche zijn nochtans verschillende partijen geïnteresseerd om het bedrijf als geheel over te nemen. Bovendien heeft het concern nog voldoende cash om het tot in de zomer uit te zingen, meldt de curator maandag. Dat zijn hoopgevende signalen. Maar toch: hoe relevant is een warenhuisketen als Galeria vandaag nog? Hoeveel filialen zijn echt levensvatbaar? RetailDetail vroeg het aan retailexpert Erik Van Heuven, voormalig topman bij Inno en Karstadt en co-auteur van het boek “The Future of Department Stores” (Lannoo Campus, 2020).
Laatste fase
“Ik vrees dat het niet makkelijk wordt”, zegt hij. “Ik denk dat we de laatste fase bereiken van de ontwikkeling van de warenhuisketens in Duitsland. Toen ik bij Karstadt (Kompakt) begon in 2007 waren er nog honderden filialen in Duitsland, in feite in elke stad twee. In 2019, toen René Benko het laatste deel Galeria overnam van Hudson’s Bay, waren er nog rond de 240. Vandaag zijn het er nog 108, inclusief de zestien Inno-filialen. Het winkelpark is de afgelopen vijf jaar dus weer gehalveerd. De omzetten per vierkante meter en de bezoekersaantallen gaan jaar op jaar achteruit. Dan is het niet onlogisch om te denken dat het stilaan voorbij is. Ooit komen we tot de eindfase, waar er enkel nog toekomst is voor een aantal premium warenhuizen op toplocaties in de grote steden.”
Dit is immers al de derde faillissementsprocedure in vier jaar tijd, waarbij honderden miljoenen van de staat en de leveranciers niet worden terugbetaald. Met die partijen moet je wel weer aan tafel. “Willen de leveranciers voor de vierde keer mee? Ook in 2009 was er al een faillissement.” De curator zal eerst een investeerder zoeken voor het geheel. Als dat niet lukt, zal hij onderdelen trachten te optimaliseren. Enkel de rendabele filialen op de goeie locaties kunnen overleven. “Het meeste kaf is al van het koren gescheiden. Van 92 filialen nu zullen ze wellicht ergens rond de 50 à 60 eindigen. Dat moet nog mogelijk zijn, voor deze laatste fase.”
Slechtst mogelijke timing
Deze keer zal het management de herstructurering niet alleen leiden: curator Denkhaus zal de toekomst uitstippelen en overnemers zoeken. “Er is interesse volgens Olivier Van den Bossche, en dat zal ook wel zo zijn, maar de kans is reëel dat daar verschillende zogenaamde ‘distressed debt experts’ bij zitten, zoals Gordon Brothers, Alteri, Dröge Group… en dat er van echte strategische investeerders met een sterke financiële basis mogelijk minder sprake is. De context zit niet mee: je zit met hoge rentes, hoge bouwkosten, dure materialen… Dit is de slechtst mogelijke tijd om goeie investeerders te vinden, en de banken werken totaal niet mee”
Strategische investeerders als Breuninger, Central Group of P&C kijken wellicht wél met interesse naar een twintigtal topwinkels in de grotere steden. Op die toplocaties kan je echt premium gaan. “Maar in de kleinere en middelgrote steden? Je moet relevantie creëren, beleving toevoegen. Het probleem is dat veel filialen nog een verouderd concept hebben op een veel te grote oppervlakte. Ze hebben naast mode en decoratie vaak nog minder relevante afdelingen die de rentabiliteit per vierkante meter drukken. We spreken over tienduizenden overtollige vierkante meters. Ik weet dat Olivier Van den Bossche er hard aan gewerkt heeft, net als Armin Devender en zijn team in België. Er is al veel verbeterd, maar de concurrentie gaat ook snel, vaak sneller, en dat maakt het zo moeilijk.”
Lokale helden
Om weer succesvol te worden, moeten warenhuisfilialen zich ontpoppen tot ‘lokale helden’, zegt Van Heuven. “Ik geloof niet meer in de grootste gemene deler van een keten. Ik geef graag L&T in Osnabrück als voorbeeld: dat is een prachtig warenhuis met 100% lokale relevantie en een absolute klantenfocus. Osnabrück is nochtans geen wereldstad, maar die stad zit in het DNA van L&T. Dat middensegment-warenhuis heeft restaurants, een fantastisch sportcentrum waar je surflessen kan volgen, een fitness: echt de moeite. Een warenhuis moet deel zijn van de lokale gemeenschap en een topservice garanderen. ‘Verkoop geen producten, verkoop herinneringen’, zei Vittorio Radice van Central Group in ons boek, en zo is het helemaal.
“Ik hou van het warenhuis en ik hoop dat een doorstart lukt, zeker voor al die bekwame en gepassioneerde medewerkers. Warenhuismensen zijn speciale mensen, met een groot hart voor hun bedrijf. Ik heb bij sluitingen medewerkers én klanten zien wenen.” Ook voor de steden zou het verdwijnen van Galeria een rampscenario zijn. “In Duitsland had elke middelgrote stad vaak twee grote warenhuizen, vaak met vijf etages en gemiddeld nog steeds 15.000 m² verkoopoppervlakte. Als zo’n blok wegvalt, dan krijg je enorme kraters in de winkelkern. Vroeger slaagde men er wel in om daar dan een winkelcentrum van te maken, bijvoorbeeld. Maar nu? Er is veel leegstand. Voor burgemeesters is dat een drama: hoe kunnen ze hun stad weer aantrekkelijk maken? Er is nood aan een nieuwe invulling voor die panden.”
Inno heeft bestaansrecht
Wat, tot slot, met de Belgische dochter Inno? “Zonder moederbedrijf wordt het niet eenvoudig: dan ben je een weeskind. Toch denk ik dat Inno bestaansrecht heeft. Je kan de keten niet vergelijken met Galeria, dat echt gigantische filialen heeft. De afgelopen jaren heeft Inno geen enkel filiaal moeten sluiten. Bovendien heeft men intussen enkele forse upgrades gemaakt, met name in Brussel, maar er moet nog meer nog sneller gebeuren. Kijk bijvoorbeeld naar Antwerpen: wat een potentieel heeft die locatie op de Meir, als ze daar echt een ‘premium local hero‘ van weten te maken!”
Inno staat nu te koop, maar of ze alle zestien filialen zullen kunnen verkopen is maar de vraag. “Het is een genuanceerd verhaal. Een ervaren management is bezig met mooie veranderingen, maar ook met een traditie die niet meer door iedereen gevolgd wordt, laat staan hip gevonden. De panden behoren bovendien niet tot de groep, ze zijn eigendom van Redevco, wat een overname misschien iets moeilijker maakt. Voor zowel Galeria als Inno wens ik natuurlijk een strategische investeerder of overnemer die ons nog zo lang mogelijk kan laten genieten van ons geliefde warenhuis. Maar we komen in de laatste fase in deze zeg maar revolutionaire tijden in retail sinds het ontstaan van het warenhuis.”