Bol viert zijn 25e verjaardag en profileert zich meer dan ooit als een betrouwbare, lokale speler in een hypercompetitieve e-commercemarkt, met een speelveld dat niet overal gelijk ligt.
Lokaal karakter
Een driedubbele verjaardag viert onlineplatform Bol deze week: het bedrijf bestaat 25 jaar, is vijftien jaar actief in België en heeft hier sinds vijf jaar ook een lokaal kantoor. Vandaag heeft de onlinespeler 13,5 miljoen klanten, 38 miljoen artikelen en meer dan 50.000 verkooppartners, waarvan meer dan 5.000 Belgische verkopers: een aantal dat de afgelopen vijf jaar verdubbelde.
Partners zijn goed voor ongeveer 60% van de omzet. Het gaat voor het overgrote deel om bedrijven uit de Benelux: “We hebben geen verkooppartners van buiten de Europese Unie”, zegt country lead Bram Vromans, die een jaar geleden overkwam van Ikea. Hij benadrukt dat Bol een platform wil zijn voor lokale ondernemers: dat is immers de sterkte van de Ahold Delhaize-dochter, die moet concurreren met grote Amerikaanse en Chinese platformen, terwijl ook social commerce een sterke groei beleeft. “We kennen onze klanten goed en we staan dicht bij onze partners. Zo kunnen we ons onderscheiden.”
Betrouwbaar platform
De nadruk op dat lokale karakter moet Bol ook een betrouwbaar imago bezorgen, iets waar het platform een groot belang aan hecht. Partners moeten zich aan strikte regels houden: “We hebben recent nog een winkel gesloten die studenten inzette om valse reviews te schrijven.”
Dat Bol verkoopdata van handelaars zou misbruiken om het eigen aanbod te versterken – een klacht die ook bij andere platformen hardnekkig blijft opduiken, ziet Vromans anders: “Alle categorieën staan voor onze verkooppartners open. We delen hen mee waar de opportuniteiten liggen, op basis van onze data: we zien waar klanten naar op zoek zijn en waar ze nog onvoldoende aanbod vinden. Bepaald assortiment waarin we van oudsher sterk staan, zoals de boeken waarmee het ooit begon, bieden we vooral vanuit eigen voorraad aan.”
Gelijk speelveld
Dat het aantal Nederlandse verkooppartners significant hoger is dan de Belgische, is te verklaren doordat het platform eerder in Nederland van start ging, en ook doordat Nederlandse bedrijven meer online actief zijn. Bol wil KMO’s helpen om de stap naar online te zetten. Er liggen nog veel kansen: “Het is een goed idee om naast je eigen webshop ook op platformen actief te worden: beide kunnen elkaar versterken.”
Mode is de laatste grote categorie die Bol toevoegde aan het toch al grote aanbod. Ook hier wil de retailer inzetten op kwaliteit: “Spotgoedkope ultrafastfashion willen we weren”. Het ongelijke speelveld op de internationale e-commercemarkt is overigens een bezorgdheid: het is belangrijk dat alle spelers, ook uit China bijvoorbeeld, zich aan de regels houden. “Wij zijn voorstander van goede wetgeving en we investeren ook om aan alle regels te voldoen. Maar de handhaving verloopt niet altijd efficiënt.”
Naar circulair winkelen
Opmerkelijk: het retourpercentage ligt bij bol rond de 5%. “We doen veel om retours te vermijden: goeie productinformatie, correcte reviews, handige maattabellen…” Producten die terugkeren worden allemaal individueel gecontroleerd. Wat nog intact is – ruwweg twee derde van de retours – kan weer als nieuw in de verkoop. Andere producten worden met korting verkocht als “retourdeal”, een klein deel gaat naar opkopers of goede doelen. Minder dan 1% wordt vernietigd.
De cijfers illustreren het belang dat bol hecht aan duurzaamheid: het platform wil naar eigen zeggen “duurzamer winkelen makkelijker maken.” Circulair winkelen moet de toekomst worden, waarbij het platform kijkt naar nieuwe businessmodellen, zoals de verkoop van ‘refurbished’ toestellen. Het bedrijf ontwikkelt slimme en zuinige verpakkingen, zet in op wind- en zonne-energie, verduurzaamt de laatste kilometer en opende zopas ook een klimaathub om leveranciers te helpen hun ecologische voetafdruk te verkleinen. “E-commerce krijgt op dat vlak wel eens verwijten, maar verschillende studies hebben intussen aangetoond dat naar de winkel rijden niet noodzakelijk duurzamer is dan pakjes aan huis te laten leveren.”