Is het een fulfilmentcenter of een winkel? De toekomst is aan een combinatie van de twee: hybride winkels. De coronapandemie heeft winkels een nieuwe rol gegeven, merkt vastgoedspeler CBRE.
40% goedkoper dan centraal
De vraag naar e-commercewarenhuizen stijgt in Vlaanderen zienderogen, terwijl ze er in het buitenland achter komen dat minimagazijnen in de winkels vaak de goedkoopste en snelste weg naar de consument vormen. Target heeft in de VS van veel winkels gedeeltelijk fulfilmentcenters gemaakt: leveringen vanuit de winkels bleek minder te kosten dan vanuit de distributiecentra en vormen ook de ideale oplossing voor overtollige vierkante meters. Het speelt bovendien in op de trend om meer lokaal te kopen.
Het zijn dit soort hybride winkels die volgens vastgoedspeler CBRE de toekomst zijn. In een echt omnichannellandschap worden niet alleen de verkoopkanalen online en offline gemengd, ook het vastgoed krijgt flexibele rollen. Een goeie omnichannelstrategie steunt immers niet exclusief op één fulfilmenttype, maar werkt met een logistiek netwerk waarbij de consument centraal staat. Alle types vastgoed en partners kunnen daarbij worden ingezet: gecentraliseerde onlinedistributiecentra, click&collectpunten, verzending door leveranciers… Maar ook winkels.
Verschuiving door Covid-19
Typisch kost een onlinebestelling de retailer 10 tot 15% meer dan een fysieke winkelverkoop, berekende CBRE. De druk op het systeem door Covid-19, die hogere onlinevraag én hogere kosten veroorzaakte, toont echter aan dat de fysieke winkel een belangrijke logistieke rol te spelen heeft. Zo wordt click&collect en afhalen in de winkel duidelijk een blijver. Waar retailers vroeger bovendien naar zo weinig mogelijk stock evolueerden, blijkt lokale voorraad toch weer belangrijk: de toevoerketen is in crisismomenten lang niet altijd even betrouwbaar en onmiddellijke beschikbaarheid in de buurt is voor veel klanten opnieuw een waardevolle troef.
Hoe moeten zo’n hybride winkels er uitzien? In dit 3D-voorbeeld kun je het zelf beleven. Nog los van het eventuele fulfilmentcenter achter de schermen, ziet CBRE alvast een ruimte vooraan om bestellingen af te halen, zonder de rest van de winkel te belasten. Ook in de winkel zelf kunnen consumenten natuurlijk bestellen of retourneren, met zelfservice-lockers en kiosken, desgewenst met de hulp van medewerkers. De weg vinden? Dat doen shoppers via digitale signalisatie en een mobiele app.
Aangezien de rol van de fysieke winkel in een hybride model meer om de beleving dan om de eigenlijke transactie draait, wordt ook steeds meer belang gehecht aan service- en ontvangstruimtes, zoals evenementruimtes voor demo’s, workshops of zelfs individuele consultaties. CBRE verwacht ook media-ruimtes en personalisatiestudio’s te vinden in de winkels van morgen, waar consumenten zelf creatief aan de slag kunnen met het product en het merk.
Zoals bij Amazon en Alibaba
De beste voorbeelden van zo’n hybride winkels zijn tot nu toe wellicht te vinden bij tech-rivalen Amazon en Alibaba. Die laatste pionierde in Chinese binnensteden met Freshippo, van waaruit boodschappen binnen het halfuur worden geleverd en waar consumenten ter plaatse kunnen eten in robotrestaurants. Het Amerikaanse antwoord is Amazon Fresh, de nieuwe supermarktketen van Jeff Bezos die online en offline handig integreert. Boodschappen kunnen binnen de dag vanuit de winkel worden geleverd, terwijl spraakassistent Alexa de weg in de winkel kan wijzen en boodschappenlijstjes kan opstellen.
Al zijn er natuurlijk ook uitdagingen. Of het nu volledige ‘dark stores’ zijn, die niet langer open zijn voor publiek, of gedeelde panden, hybride winkels vergen een nieuwe manier van omgaan met locaties, personeel en huur. Hoe zit het bijvoorbeeld met de huurprijs van zo’n pand? En neem je andere medewerkers in dienst voor de orderpicking dan om klanten te bedienen op de winkelvloer? Afhankelijk van de noden kunnen meer of minder winkelpunten van belang zijn, mogelijk ook op nieuwe, verrassende locaties: zet je een winkel van waaruit je met de fiets levert soms niet beter in een woonwijk neer, terwijl een ‘dark store’ net op een mindere locatie in de binnenstad kan?