De inzet van automatisering en servicerobots kan de krapte op de arbeidsmarkt verminderen. Dat blijkt uit een onderzoek van PwC in Nederland. Het aantal openstaande vacatures zou zo kunnen dalen met bijna 30%.
Hoogste potentieel in de retail
De toon rond het gebruik van automatisering en robots is de laatste jaren duidelijk veranderd. De angst dat robots jobs zouden “stelen” maakt stilaan plaats voor een positievere kijk op de zaak, zeker nu veel sectoren te maken hebben met een nijpend personeelstekort. Dankzij de ontwikkelingen binnen de robotica kunnen nu ook sectoren buiten de industrie robots inzetten. Die zogenaamde servicerobots kunnen namelijk mensen helpen in hun dagelijkse leven of werk.
Niet alle sectoren zijn echter gebaat met verregaande automatisering, denk maar aan het onderwijs en de gezondheidssector. Robots zijn (nog) niet slim genoeg om jobs uit te oefenen die complexe menselijke interacties vereisen.
Dat ligt anders in de groothandel en de retail, waar de aard van het werk meer automatisering toelaat. In deze sectoren komen potentieel zelfs het hoogste aantal vacatures in aanmerking voor automatisering, blijkt uit het onderzoek.
Binnen de groothandels worden robots momenteel al op grote schaal gebruikt: ze helpen er bij taken als het verplaatsen, sorteren en opslaan van producten in magazijnen. Ze kunnen ook onderhoud van magazijnapparatuur automatiseren, wat vaak fysiek veeleisend is. Ze kunnen voorraden beheren door autonoom schappen te scannen en waarschuwingen te sturen wanneer aanvulling nodig is.
Ook in de detailhandel kunnen robots helpen bij voorraadbeheer: zo scannen ze bij Walmart de schappen al. Daarnaast kunnen ze klanten helpen als ze een eenvoudige vraag hebben, zoals waar ze bepaalde artikelen kunnen vinden. Uit deze interacties kunnen computersystemen heel wat data verzamelen, en zo bijvoorbeeld aankooppatronen van klanten analyseren.
Technologie en wetgeving
Er is nog wel wat nodig om servicerobots overal vlot te kunnen inzetten. Door verdere ontwikkelingen binnen de AI en de uitrol van 5G ontstaan er veel mogelijkheden, en het is nu zaak om met al die datastromen efficiënt om te gaan. Fabrikanten van robots moeten ook werk maken van interoperabiliteit. Om ze massaal te kunnen inzetten moeten servicerobots immers vlot met elkaar kunnen communiceren.
Daarnaast is er een wetgevend kader nodig dat zaken bepaalt rond aansprakelijkheid, bijvoorbeeld voor als een robot zelfstandig taken uitvoert en daarbij fouten maakt.
Experimenteren en transformeren
Sectoren kunnen ook zelf heel wat doen om het gebruik van robots te stimuleren: dat kan door campagnes, voorlichting en het delen van best practices. “Ook al wordt er positiever gepraat over robots, in heel veel organisaties zal er ook weerstand zijn. Niet overal is de acceptatiegraad hoog”, stelt onderzoeker Bastiaan Starink van PwC Nederland. Hij vervolgt: “Ik zou tegen iedereen zeggen: ga experimenteren, zet een pilot op. Ervaar wat die robots kunnen en doen. Je hoeft geen technologiebedrijf te zijn om hiermee aan de gang te gaan.”
Een testproject opzetten is betrekkelijk eenvoudig, maar het structureel inzetten van servicerobots betekent voor een organisatie een hele transformatie. “Als robots taken van je werknemers gaan overnemen, betekent dit dat het mensenwerk verandert. Dat vergt vaak weer bijscholing”, stelt Starink. “Je moet bepalen wat wel en wat niet door mensen wordt gedaan, je moet ervoor zorgen dat alles geregeld is op het gebied van privacy en dataverwerking. De inzet van technologie moet in dat geval onderdeel zijn van de bedrijfsvoering, van je beleid en je processen. In andere woorden: dat betekent transformeren”, besluit hij.