Nadat klanten klachten hadden geformuleerd over de hoofddoek van de winkelmedewerkster werd haar gevraagd de hoofddoek uit te doen. Toen de medewerkster dit weigerde, werd haar interimcontract niet verlengd. De vrouw zou volgens Hema in eerste instantie zelf gevraagd hebben aan het interimkantoor niet meer bij de retailer te werken, maar stapte later met haar verhaal naar de pers, waar veel ruchtbaarheid aan de kwestie werd gegeven. De controversiële zaak krijgt nu evenwel nog een staartje.
‘Principiële duidelijkheid’
Na overleg met de vakbonden en met akkoord van de werkneemster in kwestie heeft het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding de zaak voor de arbeidsrechtbank van Tongeren te brengen. Het Centrum vraagt de rechter een prejudicieel advies in te winnen bij het Europese Hof dat dan later ook als leidraad gebruikt kan worden bij soortgelijke betwistingen.
De Witte vindt het argument van het bedrijf dat Hema louter handelde naar de wensen van hun klanten namelijk niet kunnen. “‘De klanten vragen dat’ is geen argument om te discrimineren.” Het CGKR ziet die attitude bovendien bij meer commerciële organisaties: “We merken dat commerciële bedrijven steeds vaker zeggen dat ze neutraliteit willen uitstralen en dat argument gebruiken om hun personeel te verbieden een hoofddoek te dragen.”
‘Nooit eerder problemen gehad’
Hema betreurt in een officiële reactie echter dat het CGKR een eenmalig incident wil gebruiken om een nationale regel uit te vaardigen. Zo zou de werkneemster zelf hebben gevraagd om het contract niet te verlengen en gaat het dus geenszins om een ontslag.
HR-manager Jan Coppejans legt uit dat alle medewerkers bij de warenhuisketen hetzelfde soort uniform dragen en dat een strikt neutraliteitsprincipe wordt gehanteerd. “Er is een intern reglement dat verduidelijkt wat de werknemers wel en niet mogen dragen. We zijn al vijftien jaar aan de slag in België en hebben daar nog nooit problemen mee gehad”, aldus Coppejans.
Hema benadrukt ook dat het in België en Luxemburg zowat 100 à 120 allochtone moslims tewerkstelt van de in totaal 900 werknemers. In Nederland zijn hoofddoeken wel toegestaan en is voor wie een hoofddoek draagt zelfs een speciale Hema-hoofddoek ontworpen als deel van het werkuniform.
‘Keuze aan de werkgever’
Het NSZ (Neutraal Syndicaat voor Zelfstandigen) reageert eveneens verontwaardigd op de dagvaarding. “Het is toch evident dat werkgevers een zekere dresscode kunnen eisen van hun medewerkers. Het is en blijft de werkgever die moet kunnen bepalen of levensbeschouwelijke symbolen toegelaten zijn. Vaak verbieden zij die omdat de klant dergelijke symbolen ongepast vindt,” reageert Christine Mattheeuws.
Ook Unizo is het daarmee eens, maar de zelfstandigenorganisatie wil wel constructief meewerken met het gelijkekansencentrum. “Een juridisch discours is niet genoeg. Er is een grondig onderzoek nodig naar instrumenten om werkgevers te sensibiliseren hoe ze met discriminerende klanten moeten omgaan,” klinkt het daar. “Geen misplaatste reacties of veroordelingen maar ondersteuning is daarom de enige juiste reactie,” voegt UNIZO nog fijntjes toe.