Liefst 54% van de Belgische retailers ondervindt een zware impact van de energiecrisis en de loonschok. Ook gezonde bedrijven geraken nu in financiële problemen, blijkt uit een analyse van Graydoncreditsafe.
Resistentie inschatten
“Voor de covidcrisis kon je al ongeveer 5% van de Belgische bedrijven als ongezond bestempelen. Meer dan 86% was gezond tot zeer gezond, de rest hing daar een beetje tussenin: ze vertoonden ongezonde symptomen, maar niet in die mate dat je kan zeggen dat ze zwaar in moeilijkheden waren,” zegt Eric Van Den Broele, Director Research & Development bij Graydoncreditsafe, specialist in financiële data.
Hij ontwikkelde na de aanslagen in 2016 een systeem dat het mogelijk maakt om met de vinger op de pols de reserves te meten die een bedrijf heeft bovenop wat nodig is voor een normale bedrijfsvoering en het opvangen van normale risico’s. Zo kan hij inschatten hoe resistent bedrijven zijn wanneer ze geconfronteerd worden met een schok. Bovendien ontwikkelde hij samen met zijn team data-analysesystemen die up-to-date de impact van elke schok meten op die reserves.
Geen reserves meer
Dankzij de overheidsmaatregelen overleefden de meeste ondernemingen dan wel de covidcrisis, maar toch kwam een aantal bedrijven dat voor de opeenvolgende lockdowns perfect gezond en rendabel was uit die covidcrisis met een tekort aan reserves: 18% van de bedrijven had een injectiebehoefte. De huidige energiecrisis en de loonschok duwt die bedrijven vaak nog dieper. Bovendien plegen deze nieuwe schokken een aanslag op de vele bedrijven die wel nog over reserves beschikken. Het aantal bedrijven dat zonder reserves komt te zitten stijgt naar 27%: die hebben dringend financiële injecties nodig.
“Om de bedrijven die voor de schokken gezond waren uit het slop te halen, heb je een injectie van 94 miljard nodig, waarvan 19 miljard als direct gevolg van de energie- en loonschok”, zegt Van Den Broele. “Zeker in de huidige context mogen we niet enkel denken aan overheidssteun. Tijdens de covidperiode lieten vele kleine ondernemers een deel van hun opgebouwd privé-pensioenfonds terug naar hun bedrijf vloeien. Vrienden en familie kunnen iets toestoppen, bijvoorbeeld in de vorm van een achtergestelde lening, banken kunnen leningen toekennen, de bedrijven kunnen overgaan tot kostverlagingen en/of prijsverhogingen. Vraag is of dit voor elk van die bedrijven haalbaar is. Lukt dat voor velen niet, dan worden we geconfronteerd met een golf aan sluitingen en zelfs een stijging van het aantal faillissementen.”
Eén op drie op omvallen
In de retailsector oogt de situatie nog een stuk dramatischer. 54,32% van de bedrijven blijkt niet bestand tegen de huidige crisis. Ook 38,05% gezonde retailers heeft een injectie nodig om de schok te overleven. Slechts een goeie 30% blijkt echt crisisresistent.
In de modesector zien we 28% van de gezonde bedrijven in problemen na de loon- en energieschok: zij hebben dus nood aan extra cash. Voor de huidige crisisgolven was dat 17%. Vooral de stijgende energiekosten geven hier de doorslag. In de onderstaande grafiek vind je de gezonde bedrijven die toch in problemen komen in segment drie, rechtsonder. Amper 35% van de moderetailers is gewapend om de crisis te doorstaan (de bovenste, groene lijn).
Ook grotere supermarkten in nood
In de voedingssector worden de kleine supermarkten het zwaarst getroffen: bijna de helft (48%) van de ondernemingen bevindt zich in de gevarenzone als gevolg van stijgende loon- en energiekosten. Bij de middelgrote supermarkten is dat niet veel minder: 45%. Zelfs grotere supermarkten blijken niet bestand tegen deze ongeziene storm: 41% heeft een injectie nodig om te overleven.
De marges in de foodretail waren altijd al flinterdun, en door hevige concurrentie kunnen deze bedrijven de kostenstijgingen onvoldoende doorrekenen naar de consument. Bovendien blijkt de consument duidelijk in besparingsmodus. Dat wreekt zich. Ook hier zien we dat minder dan één derde van alle supermarkten gewapend is om de schok op te vangen.
In totaal hebben food- en fashionspelers samen een financiële injectie nodig van 513,38 miljoen euro om de storm te doorstaan, berekende Graydoncreditsafe. Dit belet niet dat de sector nog steeds héél wat bedrijven telt die over ruime reserves beschikken (op de grafiek in het bijzonder segment 9): samen zijn die zelfs goed voor meer dan 1,4 miljard euro. “Een sterke overnamebeweging vanuit die sterkere bedrijven behoort dus tot de mogelijkheden. Vraag is of een dergelijke consolidatieronde met onvermijdelijk de daarbij horende uniformisering op langere termijn maatschappelijk én economisch wenselijk is. Voer voor debat.”
Hoe de analyse verliep
We vertrekken vanuit de gezondheidstoestand van de ondernemingen op 31 december 2021, pakweg na het afvlakken van de covidcrisis. Op de X as geven we (in kolommen) weer welke bedrijven volgens klassieke financiële analyses (zoals liquiditeit, solvabiliteit, meer ontwikkelde ratio’s en aanvullende niet-financiële data ) op dat ogenblik gezond of minder gezond waren. De linkerkolom vertegenwoordigt die bedrijven die toen – opnieuw op basis van doorgedreven maar traditionele analyse – tekenen vertoonden van verregaande ongezondheid. De falingskans binnen die populatie is dus traditioneel bijzonder hoog. De middenkolom toont die bedrijven die weliswaar bepaalde moeilijkheden kennen, maar waar de falingskans gering blijft. De rechterkolom toont die bedrijven die volgens die analyses gezond tot zeer gezond waren.
We berekenen daarnaast de schokbestendigheid van elke individuele onderneming: het antwoord op de vraag in welke mate er redundante reserves aanwezig zijn. Het gaat hier over extra reserves bovenop de normale reserves die aangewend worden om de dagelijkse werking (behoefte aan bedrijfskapitaal) én normale risico’s te financieren.
Dit vormt de basis voor het meten van de schokbestendigheid van een bedrijf.
Door een veelheid aan datawaarnemingen die ons in staat stelt dagdagelijks voor elk bedrijf de vinger aan de pols houden, meten we in welke mate een schok (in casu: de energieschok en de loonindexaties) inwerken op die reserves. De lijnen op de Y-as projecteren de impact van de schokken zelf, inclusief de mogelijk positieve effecten van ingevoerde steunmaatregelen. De bovenste lijn toont die bedrijven die zelfs na de impact van de schok(ken) blijven beschikken over een volume aan redundante reserves, de onderste lijn toont die bedrijven die in een negatieve situatie (injectiebehoefte) terecht komen. Het spreekt voor zich dat elke sector een andere schokimpact kent.
9 segmenten
De segmenten van de 9-Grid combineren zo de twee dimensies: klassieke gezondheid en schokresistentie.
Segment 3 valt onmiddellijk op: ondernemingen die per 1 januari 2022 ‘traditioneel’ gezond waren maar nu met een dringende injectiebehoefte geconfronteerd worden.
Segment 6 toont die bedrijven die op dit ogenblik nog niet in acute nood verkeren maar op termijn onvermijdelijk verdere ondersteuning nodig hebben.
Segment 9 projecteert die pre-crisis gezonde bedrijven die nu nog steeds over ruime reserves beschikken.
Het staat dus buiten kijf dat de bedrijven die voor de crisis gezond waren én nog over ruime reserves beschikken evengoed in grote getale onderhevig zijn aan de negatieve effecten van de covid-crisis, waarbij ze volop die reserves aanspreken. Dit laatste is niet te veronachtzamen: reserves die nu moeten aangesproken worden leiden mettertijd tot een verminderde capaciteit richting nieuwe investeringen. Het vermindert dus de slagkracht van onze ondernemingen op langere termijn. Anderzijds bieden die reserves mogelijkheden om opportuniteiten terstond en autonoom aan te pakken.
Segment 7 is een buitenbeentje. Hier vinden we nogal wat bedrijven terug die voor de crisis – veelal zwak rendabel – als ‘ongezond’ geclassificeerd werden (en dat in wezen nog steeds zijn) maar dank zij de covidsteunmaatregelen uit het dal klommen. Slechts in zeldzame gevallen gaat het om bedrijven die daadwerkelijk kunnen gebruik maken van opportuniteiten die de crisis biedt en zo een verhoogde activiteit en omzet kunnen ontplooien. Veelal gaat het om ondernemingen die het dank zij de steunmaatregelen nu – minstens theoretisch – beter doen dan voor de covidcrisis.