De Europese Commissie heeft besloten om officieel een procedure te starten tegen Google, omdat die het quasi verplicht bepaalde apps te installeren op toestellen die gebruik maken van Android.
Verschillende opties voor Google
Volgens Europa probeert Google zo zijn eigen apps en zoekmachine te bevoordelen tegenover de concurrentie. Fabrikanten die gebruik maken van het besturingssysteem van Google moeten onder andere apps zoals Google Chrome op hun toestellen installeren. Die voorwaarde wordt gesteld als ze gebruik willen maken van de Google Play Store.
Google wil dat die apps op zoveel mogelijk toestellen staan, omdat die zorgen voor advertentie-inkomsten, nog altijd één van de voornaamste inkomstbronnen van Google. Als Google nu verplicht wordt om iedereen de keuze te geven om die apps wel of niet te installeren, zou dat een serieuze streep door de rekening zijn voor de Amerikanen. Uit de laatste cijfers is gebleken dat Android ongeveer 80 procent van de smartphonemarkt in handen heeft.
Google heeft nu twee opties: het kan de bezwaren van de Europese Commissie verwerpen en de strijd frontaal aangaan of het kan aanpassingen doen om een vergelijk te vinden, zodat de procedure wordt stopgezet. Als Google de strijd aangaat en verliest, dan kan het een boete krijgen tot 10 procent van zijn omzet. Voor het Amerikaanse technologiebedrijf zou dat neerkomen op een bedrag van meer dan zes miljard euro, al is het bijzonder onwaarschijnlijk dat een boete van die grootte er komt.
Het verhaal van Google toont een aantal gelijkenissen met dat van Microsoft enkele jaren terug. Toen kreeg ook Microsoft te horen dat ze niet enkel Internet Explorer mochten aanbieden als standaardbrowser op het besturingssysteem Windows. Microsoft besloot toen om klanten de keuze te geven bij de installatie van Windows op een toestel.