Een Europese richtlijn over oneerlijke handelspraktijken, aanvankelijk bedoeld om landbouwers en kleine ondernemingen te beschermen, dreigt zijn doel voorbij te schieten en de verkoopprijzen de hoogte in te jagen.
Minder keuze, hogere prijzen
Verschillende retailorganisaties drukken hun grote bezorgdheid uit over de nieuwe richtlijn, die oorspronkelijk bedoeld was om kleinere boeren en fabrikanten te beschermen in hun onderhandelingen met grote retailers. Die zouden bijvoorbeeld niet langer een order op het laatste nippertje mogen schrappen, contracten eenzijdig of met terugwerkende kracht wijzigen, of leveranciers laten opdraaien voor bedorven producten.
De Landbouwraad besliste echter om de reikwijdte van de maatregel uit te breiden tot bedrijven met een omzet tot 350 miljoen euro, en dat is voor de retailindustrie een brug te ver. “Hoe veel familiebedrijven hebben een omzet van 300 miljoen euro? Dit is een machtsgreep om regels op te leggen aan transacties met zeer winstgevende fabrikanten”, meent Christian Verschueren van EuroCommerce. Hij waarschuwt voor de gevolgen, niet in het minst voor consumenten. Zeker in kleinere lidstaten zou dat namelijk betekenen dat ook de grote multinationals door de richtlijn beschermd worden.
Dat zou dan weer kunnen leiden tot sterkere prijsstijgingen in de betrokken landen, bevestigt ook Dominique Michel van de Belgische handelsfederatie Comeos: “Straks mogen we die multinationals dus niet langer vragen om de gebruikelijke listing fee – een vergoeding om een product in de schappen te plaatsen. Of mogen we een grote fabrikant niet verzoeken om een nieuw product dat slecht verkoopt terug te nemen”, verklaart hij aan De Standaard. De Europese consumentenorganisatie BEUC zit op dezelfde lijn: “Er bestaat een ernstig risico dat consumenten minder keus zullen hebben en hogere prijzen zullen betalen. Dit voorstel is in het nadeel van de consumenten”, aldus directeur-generaal Monique Goyens in een brief aan leden van het Europees Parlement.