Met de moed der wanhoop trachten retailers de komende drie maanden hun business weer vlot te trekken, maar de omstandigheden zijn bijzonder ondankbaar. In september volgt een eerste afrekening: wie overleeft?
1. ‘Value’ is terug van nooit weggeweest.
Dat we na de lockdown in een wereld mét het coronavirus geconfronteerd worden met een zware recessie, staat vast. Hoe lang die zal duren, is hoogst onzeker. Volgens economen wordt het een langzaam herstel: geen V-curve, geen U of geen W maar een ‘swoosh’, om het met een knipoog naar Nike te zeggen: een heel geleidelijk, mogelijk jaren durend proces. Intussen zullen retailers zich moeten instellen op het bedienen van klanten met een lagere koopkracht en een wankel consumentenvertrouwen. Wachtrijen zie je vandaag vooral bij de discounters. Haal de P’s van prijs en promo dus maar weer boven. Ook interne kostenbesparingen komen daardoor weer op de agenda…
2. E-commerce vreet de marges op
Ook de weinige shoppers die tot voor kort nooit iets online hadden besteld, zijn intussen overstag gegaan: de laatste drempels zijn genomen, e-commerce is nu gewoon commerce. Niet alleen de grote internationale platformen kwamen tijdens de lockdown als winnaars uit de bus: ook bij veel retailers die tot voor kort met de handrem op hun webshop uitbaatten, ging de verkoop plots door het dak. Dat is, paradoxaal genoeg, slecht nieuws: de rentabiliteit van e-commerce is zeker voor traditionele winkelbedrijven veel te laag, de kosten te hoog, de processen te complex. De combinatie van krimpende marges met een dalende omzet is dodelijk. Maar er is geen weg terug…
3. Een shake-out in september?
Zullen er dan winkels sluiten, bedrijven overkop gaan? Het lijkt onvermijdelijk. Heel wat retailers hadden het al niet breed, en de lockdown heeft er diep ingehakt. Zeker seizoensgebonden sectoren, zoals de mode, zitten met een gigantisch probleem omdat ze hun lente-zomercollectie niet konden verkopen. Nu doen ze er alles aan om die voorraden uit de rekken te krijgen, desnoods met hoge kortingen: er moet dringend geld in de lade. Ze zullen dat volhouden tot aan het eind van de solden, in augustus. Daarna zullen velen de rekening maken: is er geld om de wintercollecties te betalen? Loont het nog om vol te houden? Voor sommigen zal het antwoord tweemaal nee zijn. Die zien we na september niet meer terug.
4. Ketens saneren hun winkelpark
Retailers die wél blijven, zullen nog kritischer dan ooit elke winkellocatie onder de loep nemen. Een noodzaak, wegens lagere omzetten en hogere kosten. Filialen die niet rendabel zijn, en/of niet strikt noodzakelijk om de omnichannelconsument te bedienen, gaan onverbiddelijk dicht. Dat proces was al bezig en wordt nu nog versterkt. Al het vet moet eraf. Het gevolg: de leegstandscijfers gaan sterk stijgen. Niet enkel op secundaire locaties, maar ook op toplocaties. Baanwinkels houden op korte termijn nog het best stand.
5. Omzethuur wordt de norm
Het coronavirus zet de relatie tussen huurders en eigenaars op scherp. Discussies over het opschorten van de huur tijdens de lockdown, waren slechts een voorspel. De huidige tophuurprijzen zijn onhoudbaar, in een context van dalende passantencijfers en slabakkende omzetten. Retailers eisen dat de lasten en lusten fair verdeeld worden. Dan is omzethuur een logische conclusie: beide partijen profiteren als het goed gaat, en zetten de tering naar de nering als het slecht gaat. Dat enkele ‘vastgoedbaronnen’ naar verluidt niet geneigd zijn om mee te gaan in deze logica, is wellicht slechts een tijdelijk probleem: met een toenemende leegstand ontstaat er een overaanbod aan lege panden. En dus kansen voor ambitieuze retailers. Dat heet marktwerking.
Te pessimistisch, deze analyse? We zien ook hoopvolle signalen: die publiceren we in een volgend artikel.