De minimumprijzen voor tabak in ons land zijn niet in strijd met de Europese regels, heeft het Europees Hof van Justitie geoordeeld. Colruyt had die minimumprijzen aangevochten, nadat de keten was vervolgd voor “illegale tabaksreclame”.
Over fiscale zegels, minimum- en maximumprijzen
De hele zaak gaat terug tot het voorjaar van 2013. De Brusselse correctionele rechtbank legde de retailer toen een boete van 270.000 euro op voor inbreuken op het verbod op tabaksreclame. Volgens de rechter én de overheid zou Colruyt het verbod op tabaksreclame op vier manieren overtreden hebben: door tabak te verkopen onder de prijs die op de fiscale zegels staat, door hoeveelheidskortingen te geven, door op bepaalde data extra kortingen te geven en door de zogenaamde “kampkortingen” die aan jeugdbewegingen werden toegekend.
De warenhuisketen volgde die redenering niet: voor Colruyt maakt de prijs van een product onderdeel uit van de verkoop en kan die dus niet beschouwd worden als reclame. Bovendien zou een veroordeling indruisen tegen de regels van de Europese Unie: overeenkomstig een richtlijn uit 2011 leggen fabrikanten en invoerders weliswaar de maximumprijs vast ‑ die op de fiscale zegels vermeld staat ‑ maar mag de overheid geen minimumprijs vastleggen. Dat zou, nog altijd volgens de keten, immers ingaan tegen het vrij verkeer van goederen en tegen de vrije mededinging. De groep tekende dus beroep aan.
Colruyt geeft (nog) niet op
In mei vorig jaar besliste het Hof van Beroep dan om de zaak voor te leggen aan het Europees Hof van Justitie. De advocaat-generaal oordeelde in april van dit jaar al dat de wettelijke minimumprijzen in ons land wel degelijk stroken met het Europees recht.
Ook in zijn arrest van gisteren stelt het Hof dat de EU-regels zich niet verzetten tegen de Belgische regeling waarbij detailhandelaars geen tabaksproducten mogen verkopen onder de prijs die de fabrikant of importeur op de fiscale zegel heeft gezet.
Ondanks dat oordeel blijft Colruyt overtuigd van het tegendeel: “Colruyt is nog steeds van mening dat het verbod om te verkopen onder de prijs van de fiscale zegel in strijd is met het Europees recht”, zegt directeur-generaal Chris Van Wettere. De warenhuisketen wijst erop dat het EU-Hof zich enkel uitsprak over de vraag of de Belgische wetgeving in strijd is met de Europese. De groep “kijkt nu uit naar de finale uitspraak van het Hof van Beroep van Brussel, waar de volledige zaak nog ten gronde moet worden beslecht”, klinkt het in een reactie.