Een centrale ligging kan alleen maar gunstig zijn voor een stad die zich als handelscentrum wil profileren. Op dat vlak heeft Hasselt wel wat te bieden, nu nog potentiële bezoekers en shoppers ervan overtuigen dat Hasselt vooral gezellig bourgondisch is en het komt goed.
Klare looplijnen
Als je een kaart van Hasselt bekijkt, zie je twee gesloten stadsringen: een grote en een kleine. De detailhandelskern van de stad bevindt zich volledig binnen de kleine ring. Op zijn breedste punt is de diameter amper achthonderd meter: je kunt dus spreken van een compact en duidelijk shoppinggebied, met zowel speciaalzaken als ketenwinkels – zelfs een Primark – en horecagelegenheden. In de Hasseltse binnenstad zul je alleszins niet verdwalen…
De hoofdwinkelstraat is de Koning Albertstraat, waar Raf Donvil zijn lingerie- en schoenenzaak heeft. Hij is voorzitter van de vzw Centrummanagement. De galerij ernaartoe – Galerij De Ware Vrienden, waar schepen Rik Dehollogne zijn snoepwinkel Hearts & Flowers ligt – is gedemodeerd. Hoewel de doorgang uit de jaren 1980 stamt en dringend aan renovatie toe is, blijft hij zijn taak als verbindingsweg of ‘olifantenpad’ vervullen.
Met de Koning Albertstraat, de duurste winkelstraat van Limburg, die aansluitend overgaat in de Hoogstraat en de Demerstraat, is de centrale as zeer uitgesproken. Op die hoofdas heb je vooral de ketenwinkels, terwijl in de uitwaaierende aanloopstraten veeleer de speciaalzaken te vinden zijn. Het niveau van de huurprijzen volgt die natuurlijke hiërarchie.
Actieve hefbomen
“Met een globaal leegstandscijfer van 11% scoort Hasselt niet onaardig in de provincie,” zegt voormalig centrummanager Christiaan Kastrop. “Door de brede verdeling van de lege panden is de visuele leegstand in de straten niet meteen storend. Een aandachtspunt is het zeker wel, vooral op specifieke plaatsen, zoals in de Galerij. Aangezien de aantrekkingskracht van Hasselt toeneemt en nog zal blijven toenemen, zal het probleem mettertijd verminderen.”
Natuurlijk is leegstand geen typisch Hasselts fenomeen en na de grote steden verkiezen veel grote labels of nieuwe concepten vaak Hasselt als eerstvolgende landingsplaats. “Bovendien werken we er actief aan om het probleem te verhelpen,” benadrukt Dehollogne. “Met een mooie mix in een beperkt centrum, centraal gelegen in een groot bedieningsgebied, hebben we de nodige hefbomen in handen om er iets aan te doen.”
Beter luisteren
Misschien is de binnenstad in de voorbije periode al te zeer als een detailhandelsbestemming uitgespeeld, maar daar wil Dehollogne verandering in brengen: “Naast de universiteit, enkele hogescholen en een rijk cultuuraanbod moet een verdere diversifiëring in de activiteiten ons toelaten om het monofunctionele te doorbreken.”
Raf Donvil sluit zich bij hem aan. “We werken sinds kort met een nieuwe ploeg, in nauw en goed overleg met het stadsbestuur. De wil om ervoor te gaan, is zeker aanwezig. Anders dan voorheen wordt er nu beter naar elkaar geluisterd en de handelaars trekken nu ook beter aan één gemeenschappelijk zeel. De tijd zal het uitwijzen, maar ik denk dat het goed zit.”
Kansen tot investeren
In het handelaarsoverleg zitten zelfs de ketens mee aan de tafel, benadrukt Donvil. “Dat is misschien minder gebruikelijk, maar het zit in het dna van Hasselt om naar een goede mix te streven. In Hasselt wordt nog geïnvesteerd, en zowel de handelaars als de horeca-uitbaters geloven in het potentieel van de stad. De stad zelf toont zich op en top een bereidwillige gesprekspartner, die de horeca en de detailhandel wil helpen promoten.”
Kastrop vult aan: “Speciaalzaken en nieuwe concepten die naar kleinere ruimtes op zoek zijn, komen in Hasselt volop aan hun trekken.” Dehollogne nodigt de eigenaars van de panden trouwens uit om actief mee te denken: “Bij verbouwingen ontstaan opportuniteiten om panden op te delen, van functie te veranderen of er horeca bij te betrekken. Er wordt actief over nagedacht. Hasselt is de ideale speeltuin voor ondernemers.”
Hoge amusementswaarde
Op amper 30-40 km van Hasselt liggen overal rondom grotere en kleinere stedelijke centra met een functionele shoppingfunctie: Tongeren, Genk, Maastricht, Sint-Truiden, zelfs Luik… “Wij willen Hasselt graag profileren als een stad waar je niet enkel om te shoppen naartoe gaat, maar waar je ook een hele dag of een weekendje kunt verblijven, om van daaruit de hele regio te verkennen. De feelgood- en amusementsfactor is bij ons hoog.”
De stad is goed ontsloten, oordeelt Donvil. “Je hebt de autosnelwegen in de nabijheid, met verschillende afritten, het treinstation dichtbij het centrum en de bussen van De Lijn in de regio. Ook over het aantal beschikbare parkeerplaatsen is er nog weinig discussie: er zijn er genoeg. Alleen vindt niet iedereen het prettig dat je er binnen de ring voor moet betalen, maar ja overal gratis, dat kan vandaag gewoon niet meer.”
Levendig en gezellig
Op termijn komen er randparkings aan de grote ring, vanwaar snelle verbindingen voorzien zullen zijn naar het centrum. Voorlopig is dat nog slechts een plan, maar Dehollogne maakt zich sterk dat het zal worden uitgevoerd. “Doorgaand verkeer moet van de ringwegen gebruikmaken, want we willen af van het vele sluip- en zoekverkeer. Binnen de kleine ring is alle parkeergelegenheid betalend.”
Het is allemaal broodnodig, want op piekmomenten krijgt de stad wel wat volk te slikken. Met de traditionele Jeneverfeesten komen 750.000 mensen naar de stad en Pukkelpop Downtown, in de slipstream van het muziekfestival in Kiewit, kende een uiterst succesvolle uitloper in de stad, waar je de festivalsfeer kon opsnuiven. Het past allemaal bij de profilering van Hasselt als gezellige, levendige, bourgondische stad in het midden van Limburg als fietsprovincie.
Wat met de Blauwe Boulevard?
Veel concurrentie van perifere handel ondervindt het Hasseltse kerngebied nauwelijks. “De deelgemeenten hebben de winkels die je er verwacht,” verduidelijkt Dehollogne, “en de Genkersteenweg – met vooral winkels met grotere oppervlaktes, zoals Decathlon of winkels voor interieurinrichting, keukens en dergelijke – is geen concurrent van de binnenstad. Er is natuurlijk wel Maasmechelen Village en een Ikea nabij de stad, maar ook die vormen geen bedreiging voor de handel in het centrum.”
Wat met het project in ontwikkeling, de Blauwe Boulevard, net buiten de kleine ring? “Dat is geen perifere handel, het is een ontwikkeling die naadloos op het kerngebied zal aansluiten. Aan de Vaartkom zal in maart 2020 een detailhandelskern met een belangrijke horecapoot opengaan, die we als een uitbreiding van ons huidig kerngebied zien. We zijn volop bezig het openbaar domein zo aan te leggen, dat een vlotte doorgang verzekerd is. Het wordt geen op zich staande ontwikkeling, maar een verlengstuk van de binnenstad.”