Cash is duurder voor handelaars dan elektronische betalingen. Dat concludeert het Prijzenobservatorium uit een vergelijking van transactiekosten, in opdracht van economieminister Kris Peeters.
Zes cent goedkoper dan cash
Elektronische betalingen – dus met de bankkaart of contactloos – zijn meestal goedkoper dan het aanvaarden van contant geld, beweert het Prijzenobservatorium. Een elektronische transactie zou een Belgische handelaar tussen de 0,11 en 0,23 euro kosten, terwijl uit Nederlandse schattingen blijkt dat met een cash betaling toch ook zo’n 0,29 euro kosten gepaard gaan.
Voor die cijfers analyseerde het Prijzenobservatorium vier types handelaars: een bakker, een kledingwinkel, een supermarkt en ambachtsman. Alleen bij de ambachtslieden zou een elektronische transactie meer kosten opleveren dan een betaling in contanten, met name tussen 0,66 en 1,09 euro.
Ook blijkt dat elektronisch betalen steeds goedkoper wordt: tussen 2015 en 2018 zijn kaart- en andere betalingen zonder cash in kostprijs gedaald met tussen de 1,8% en liefst 26% – afhankelijk van het type handelszaak en welk type transactie. Dat schrijft De Standaard.
Geen meerkost voor handelaars?
Minister Peeters wilde de kostprijs van elektronische betalingen te weten komen, omdat handelaars sinds vorige zomer geen kosten meer mogen doorrekenen aan klanten als ze met de kaart willen betalen. Daar blijft de minister nu bij, aangezien er geen risico voor toenemende kosten zou zijn.
De vraag is weliswaar of de vergelijking opgaat, aangezien de studie digitale kosten in België vergelijkt met cash-kosten in Nederland. Als er ook maar een minimaal verschil is in het kostenplaatje van beide landen gaat de conclusie überhaupt niet meer op.