Voor het vijfde jaar op rij hield CB Richard Ellis (CBRE), de grootste professionele vastgoedconsultant in ons land, een grote retailenquête, waaraan 130 nationale en internationale winkelketens met vestigingen in ons land deelnamen. De enquête werd gehouden in de maanden juli, augustus en september, in volle eurocrisis en tegen een achtergrond van dalend consumentenvertrouwen. Niettemin zijn en blijven de winkelketens in ons land optimistisch en ambitieus.
4 ketens op 5 kijken uit naar extra vestigingen
De meeste winkelketens in België blijven zoeken naar expansiemogelijkheden: 78% zegt op zoek te zijn naar extra verkooppunten. Dat is iets meer dan in 2010, toen 75% aan expansie dacht. Voedingsketens en warenhuizen zijn met 91% het actiefst op zoek, maar ook de huis- en tuinketens (88%) zijn opvallend ambitieus. Enseignes die kleding en schoeisel verkopen (74%) en de sport- en vrijetijdsketens (73%) koesteren iets minder grote ambities.
De Belgische winkelketens kijken voornamelijk naar de grotere en middelgrote winkelsteden, waar ze vaak al één of meerdere verkooppunten hebben. Voor de kleinere steden is de interesse veel minder minder groot.
Vraag naar meer oppervlakte op binnenstedelijke toplocaties
Eén winkelketen op vijf zoekt grotere winkelpanden. Bij de voedingketens en supermarkten is dat zelfs één op drie. De retailers in kwestie willen een breder assortiment plaatsen, meer klanten in de winkel ontvangen en een groter winkelcomfort bieden. De weinige ketens die opteren voor kleinere winkels doen dat vaak wegens de te hoge huurprijzen op toplocaties.
“Opvallend is de vraag naar grotere winkeloppervlakken op binnenstedelijke toplocaties”, zegt Patrick Tacq, hoofd Retail bij CBRE. “Een belangrijk aantal bestaande en nieuwe enseignes opereert bij voorkeur met vestigingen van 2.000 m² of meer. Denk maar aan Primark, Forever21, Marks & Spencer, maar ook H&M. Dergelijke grote winkelpanden zijn slechts beperkt voorhanden op de toplocaties. Bijgevolg wordt voor dit soort winkels een lichte stijging van de huurprijzen geobserveerd.”
Het blijft drummen voor de beste locaties
Het merendeel van de retailers meent dat België voldoende vierkante meters winkelruimte telt. Ze verwachten dan ook geen al te grote problemen bij het vinden van geschikte panden. Toch maakt één op de vier ketens zich zorgen over het buitenstedelijke winkelaanbod: door de regionalisering van het winkelbeleid en door recente richtlijnen is de uitbreiding van het winkelaanbod aan strengere voorwaarden verbonden. De overheid wil zo verdere lintbebouwing tegengaan en de stadscentra beschermen.
Volgens de retailers zijn er momenteel beduidend meer uitbreidingsmogelijkheden te vinden dan tevoren. “Nochtans staat het aantal nieuwe winkelontwikkelingen voor de komende jaren op een absoluut minimum,” zegt Patrick Tacq. Een gevolg van “de onzekere economie, de moeilijke financieringsvoorwaarden en het strengere stedenbouwkundig beleid. Wel zijn her en der bestaande panden vrijgekomen, maar deze zijn niet vaak gelegen op de absolute toplocaties. Op de beste winkellocaties blijft het vooralsnog drummen om een winkel te kunnen openen.”
Ruim 40% van de Belgische winkelketens sluit een stijging van de huurprijzen voor winkelvastgoed de komende 12 maanden dan ook niet uit – dat zijn er beduidend meer dan vorig jaar. Toch ziet 54% de huurprijzen eerder stabiliseren.
Drie ketens op vijf zien tekenen van koopkrachtdaling
Net geen 60% van de retailers merkt een daling van de koopkracht onder hun klanten als gevolg van de moeizame economische tijden. Vooral de sport- en vrijetijdsketens hebben het lastig: van hen ondervindt zelfs drie op de vier de koopkrachtdaling aan den lijve.
De gedaalde koopkracht uit zich voornamelijk in minder impulsieve aankopen, vooral van modeartikelen en huis- en tuinbenodigdheden. Verder lijkt de Belg te besparen op voeding en koopt hij minder regelmatig sportartikelen. Maar de Belg lijkt niet bereid om in te boeten op kwaliteit: hooguit één retailer op tien merkt een verschuiving naar goedkopere alternatieven.
Gedaalde koopkracht of niet, toch verwachten de Belgische winkelketens dat hun omzet de komende 12 maanden zal stijgen. In het huis- en tuinsegment geldt dat zelfs voor drie van de vier ketens. Notoire uitzondering: de sportketens, bij wie één op de drie slechtere cijfers vreest.
Antwerpen favoriete winkelstad, Brussel meest rendabele
Voor het vijfde jaar op rij hebben de winkelketens Antwerpen tot hun favoriete winkelstad uitgeroepen. Brussel staat als vanouds op de tweede plaats, maar wordt wel aangeduid als meest rendabele stad van het land.
Toch stipt een aantal ketens Brussel en Antwerpen aan als “minst rendabel”, wat erop kan wijzen dat de huurprijzen voor de ketens in kwestie stilaan onbetaalbaar worden. “Een aantal retailers zou bijgevolg uit de boot vallen als de huurprijzen daar zouden blijven stijgen. Die bedragen momenteel 1.700 euro/m²/jaar in Antwerpen en 1.600 euro/m² in Brussel voor panden van 200 m²”, aldus Patrick Tacq van CBRE.
Woluwe Shopping herovert zijn eerste plaats als favoriet shoppingcenter bij de retailers en laat Wijnegem achter zich, zij het met slechts enkele stemmen verschil. Het Waasland Shopping Center in Sint-Niklaas komt traditioneel op de derde plaats, maar ook K in Kortrijk en L’Esplanade in Louvain-La-Neuve scoren goed.
De winkelketens geven Antwerpen, Gent, Luik, Kortrijk en Leuven een pluim voor de positieve evolutie van hun winkelbeleid. Van Brussel, Luik, Charleroi, Turnhout en Sint-Niklaas verwachten ze op dat vlak dan weer extra inspanningen.
Ook winkelketens “pro” behoud solden- en sperperiode
Dat de kleinere handelaars en hun beroepsorganisaties Unizo en NSZ het niet begrepen hebben op inbreuken op de soldenwetgeving door bepaalde ketens was reeds geweten. Daardoor is de perceptie ontstaan dat elke keten de sperperiode liever kwijt dan rijk is. Niets is minder waar, zo blijkt uit de CBRE-winkelketenenquête: ook de grotere ketens in België erkennen het nut van de solden- en de voorafgaande sperperiode en wensen die te behouden. Van de modeketens sprak zelfs driekwart zich uit vóór de wettelijk geregelde soldenperiode en 67% vindt dat ook de sperperiode moet blijven bestaan.