De Belgische start-up Cowboy wil Europa veroveren met zijn geconnecteerde designfiets. De opening van een Brusselse belevingswinkel betekent ook het startschot voor internationale expansie: eerst richting Nederland, Frankrijk en Duitsland.
Brede doelgroep
“Onze ambitie is het verbeteren van de stadsmobiliteit. We maken opwindende, geconnecteerde fietsen voor een stadspubliek op zoek naar een efficiënt en duurzaam transportmiddel”, zegt mede-oprichter en CEO Adrien Roose. “Senioren waren de eersten om de elektrische fiets te omarmen, maar de doelgroep is volgens ons veel breder. Onze kopers zijn tot nu toe vooral stadsmensen tussen 30 en 50 jaar, die houden van design en die willen ontsnappen aan de beperkingen en stress van het dagelijkse woon-werkverkeer.” Je bedient de fiets met een app op je smartphone. Dat opent nieuwe mogelijkheden, onder andere op het vlak van geolocalisatie, beveiliging en statistieken. Mocht er zich een probleem voordoen, dan is er een chatfunctie die binnen de twee minuten antwoord garandeert.
De prijs van 1990 euro is competitief in vergelijking met meer klassieke topmodellen, dankzij een zakenmodel dat tussenpersonen uitschakelt. Een jaar geleden startte Cowboy met een ‘direct to consumer’ model: “We verkopen de fietsen enkel online, via cowboy.com. Toch denken we dat we een fysieke aanwezigheid nodig hebben, om vertrouwen te wekken en om mensen de kans te geven de fiets uit te proberen”, aldus Roose. “In 2018 deden we tests met pop-upwinkels in Brussel en Antwerpen. Daarnaast bouwen we een netwerk uit van ambassadeurs: zij komen op afspraak naar je toe met de fiets. Een op twee kopers koopt meteen online, de andere helft maakt eerst een proefrit.”
Met testparcours
De pop-ups bleken te klein om de complete ‘Cowboy-ervaring’ waar te maken: klanten konden er wel de fiets bewonderen op een display, maar het merk wil toch zoveel mogelijk kandidaat-kopers op de fiets krijgen. “Een op vijf consumenten die de fiets testen, koopt hem ook.” Daarom investeert de start-up nu in grote ‘Saloon’-winkels die inzetten op beleving en service. “Een beetje naar het voorbeeld van de Nike-winkels. We creëren een levendige atmosfeer met neonlichten, een koffiehoek met fauteuils, een lange tafel met iPads en vooral ook een minstens 25 meter lang parcours om de fiets uit te proberen.”
In de eerste vestiging, aan het kanaal in Brussel, bevat dat parcours zelfs een stevige helling, ideaal om de kracht van de automatische motorassistentie te ondervinden. “We hebben een grote ruimte nodig en die vind je niet makkelijk in stadscentra. Hier hebben we geluk gehad, we zitten vlakbij het centrum en we hebben 700 m². Het is nog wel een pilot: we zoeken het evenwicht tussen merkbeleving en rentabiliteit.”
Naar het buitenland
Tot nu toe verkocht Cowboy meer dan duizend fietsen, maar dit jaar moeten dat er tienduizend worden, mede dankzij expansie naar het buitenland. “We lanceren Cowboy nu ook online in Nederland, Duitsland en Frankrijk. In een twintigtal Europese steden kunnen consumenten al een afspraak voor een proefrit maken met een ambassadeur. Tegen eind dit jaar zullen dat een vijftigtal steden zijn. We plannen ook de opening van Cowboy Saloons in Amsterdam, Parijs en Berlijn.”
Voorlopig houdt het bedrijf het bij de beproefde aanpak van Henry Ford: één model, verkrijgbaar in elke kleur zolang het maar zwart is. “We zijn een jonge start-up; dus we hebben ons eerst willen focussen op de kwaliteit van ons product. Een mannenmodel geeft meer mogelijkheden voor een strak design. In een volgende fase gaan we wel een meer inclusief model ontwikkelen dat wat comfortabeler is voor vrouwen. Zij vertegenwoordigen vandaag zo’n 10% van ons cliënteel.” Nu lanceert de Brusselse start-up alvast een nieuw 2019 model.