De Amerikaanse concurrentiewaakhond FTC sleept Amazon voor de rechter. Het wordt een historische rechtszaak, waarin veel op het spel staat. Het doel: de macht van Amazon breken.
Jaren in de maak
Het zat er al jaren aan te komen en nu is het zover: de mededingingsautoriteit van de Verenigde Staten spant een rechtszaak aan tegen Amazon. De retailreus zou zijn machtspositie volgens de aanklacht misbruiken op velerlei domeinen, zoals door verkooppartners te dwingen bepaalde logistiekpartners te gebruiken. Ook wie goedkoper verkoopt via bijvoorbeeld Walmart zou als straf quasi verdwijnen uit de zoekresultaten.
Dat de inzet hoog is, werd al duidelijk toen president Joe Biden rechtenprofessor Lina Khan aanstelde als voorzitster van de concurrentiewaakhond FTC. Nog als studente schreef ze immers een ophefmakende en veelgelezen paper over de monopoliepositie van Amazon, en hoe ‘big tech’ in het algemeen aan banden moet worden gelegd. Dat laatste is ook de wens van de Democratische president.
“In belang van de consument”
Khan pleit zelf voor een opsplitsing van de multinational, bijvoorbeeld door Amazon een aantal onderdelen te doen verkopen. Wellicht zal de rechtbank echter eerder financiële boetes of een verbod op bepaalde praktijken opleggen. Als het überhaupt tot een veroordeling komt, want de ‘track record’ van de ambitieuze FTC-voorzitster is op dat vlak niet geweldig: eerdere zaken tegen Microsoft en Facebook-moeder Meta verloor ze.
Gezien de voorgeschiedenis vraagt Amazon alvast dat Khan van de zaak wordt gehaald. Het bedrijf reageert bovendien dat de belangen van de consument net geschaad worden als de concurrentiewaakhond zijn zin krijgt. Minder slagkracht voor Amazon, zou “minder keuze, hogere prijzen en tragere leveringen” betekenen voor consumenten, terwijl kleine ondernemingen zonder de marktplaats minder opties zouden hebben.