Amazon en de “Big Five-uitgevers” zijn beschuldigd van samenspannen om de prijzen van e-boeken kunstmatig hoog te houden. De zaak is ingediend door hetzelfde advocatenkantoor dat 10 jaar geleden Apple op de knieën dwong, dat zich destijds aan soortgelijke praktijken schuldig maakte.
Clausule
Met de Big Five worden Penguin Random House, Hachette, HarperCollins, Macmillan en Simon & Schuster bedoeld. De zaak werd afgelopen donderdag ingediend door advocatenbureau Hagens Berman, namens consumenten uit diverse Amerikaanse staten. Amazon en de uitgevers zouden gebruik maken van een clausule om de prijzen van e-boeken kunstmatig hoog te houden, door in te stemmen met prijsbeperkingen, waardoor consumenten uiteindelijk meer moeten betalen wanneer ze e-boeken kopen via retailplatformen buiten Amazon.
“De overeenkomst van Amazon met zijn samenzweerders is een onredelijke handelsbeperking die concurrerende prijzen verhindert en ervoor zorgt dat consumenten te veel betalen wanneer ze e-boeken van de Big Five kopen via een e-boekverkoper die concurreert met Amazon. Die schade houdt aan en zal niet afnemen tenzij Amazon en de Big Five worden gestopt”, luidt de aanklacht.
De rechtszaak komt amper een dag nadat de staat Connecticut aankondigde dat het een onderzoek voert naar Amazon vanwege mogelijk concurrentiebeperkend gedrag bij de verkoop van e-boeken, schrijft The Guardian. Er werden documenten opgevraagd met betrekking tot de transacties tussen de e-commercereus en de Big Five.
Niet de eerste keer
Hagens Berman klaagde Apple en de Big Five-uitgevers 10 jaar geleden al aan voor het maken van prijsafspraken voor e-boeken. Het leidde tot rechtszaken van verschillende Amerikaanse staten en het ministerie van Justitie, die Apple beschuldigden van samenzwering, en wel om de dominantie van Amazon in de e-boekenmarkt te breken. De Big Five gingen toen in op een minnelijke schikking en betaalden 166 miljoen dollar (137 miljoen euro). Na een lange juridische strijd werd Apple uiteindelijk veroordeeld tot het betalen van 450 miljoen dollar (373 miljoen euro) compensatie.