Alibaba mag twintig kaarsjes uitblazen: in 1999 begon oprichter Jack Ma in zijn appartement in het Chinese Hangzhou zijn race naar de top. Hoe de reis van slaapkamerbedrijfje naar een van ’s werelds hoogst gewaardeerde imperia verliep? Wij tekenden het voor u uit.
Met 18 man in een appartement
Na de beursgang in 2014 – meteen de grootste ooit – heeft Alibaba het vorig jaar al tot de top tien van hoogst geëvalueerde bedrijven ter wereld geschopt, goed voor een omzet van 376,8 miljard yuan (49 miljard euro) en een groei van liefst 51% in het vorige boekjaar. Het online rijk van Jack Ma is nu één van de belangrijkste spelers in de wereldwijde retailsector. Zijn grootste rivalen? Tencent op het thuisfront en Amazon aan de andere kant van de oceaan.
Hoewel oprichter Jack Ma graag een net zo bescheiden start schetst als zijn Amerikaanse voorbeelden Apple en Amazon, was zijn ambitie van in het prille begin onverholen: Alibaba zou Chinese bedrijven naar het internet brengen – niet alleen nationaal maar wereldwijd. Met een team van achttien medewerkers werkte de voormalige leerkracht Engels een jaar lang dag en nacht samen om het platform van de grond te krijgen. Eten, werken en slapen: het gebeurde allemaal in het appartement van Ma in de Chinese stad Hangzhou – nu één van de leidende technologiemetropolen van het land, niet het minst dankzij de aanwezigheid van het Alibaba-hoofdkwartier. Het doel destijds: in de top tien van grootste websites ter wereld geraken, om zo miljoenen kleine bedrijven in China online te ontsluiten.
Naar een allesomvattend imperium
Ma gaat er prat op dat het bedrijf een langetermijnvisie voorop stelt en durft dromen, eerder dan van kwartaal tot kwartaal te hollen. Op die manier heeft hij in de voorbije twintig jaar een indrukwekkend imperium kunnen uitbouwen, dat alles beslaat van e-commerce (Taobao en Tmall) over betaalsystemen (AliPay) tot logistiek (Cainiao) en uiteindelijk zelfs fysieke winkels (Hema en de gloednieuwe AliExpress-winkels).
Net zoals bij Amazon en consoorten is bij Alibaba technologie de basis voor een allesomvattend ecosysteem dat de consument bij elke stap wil volgen. Het model is gebaseerd op het internet en e-commerce, maar trekt gewapend met ‘big data’, ‘internet of things’ en artificiële intelligentie verder het retaillandschap in. Sinds 2016 schuift het bedrijf ‘new retail’ als strategie naar voren: het Chinese antwoord op omnichannel dat nog veel verder gaat dan zijn westerse tegenhanger. De digitalisering van fysieke winkels met mobiele betaling, thuislevering, gezichtsherkenning en nog veel meer snufjes, zoals in de hoogtechnologische Hema-supermarkten, is er maar een eerste uiting van.
Alibaba kent elke Chinees
Niet alleen de grenzen tussen fysiek en digitaal vervagen volledig, maar ook tussen retail en service, tussen shoppen en entertainment, tussen sociale media en marketing. Zo is er het jaarlijkse 11.11 Global Shopping Festival, dat Chinezen 48 uur lang tot koopjes moet overhalen met spetterende tv-shows, online shoppen met vrienden en smartphone-spelletjes met toegevoegde realiteit.
Dankzij de bijzonder grondige kennis van de consument (Alibaba kent al quasi elke Chinees) die het zo verkrijgt, is ook slimme productie en datagestuurde logistiek op een ongezien niveau mogelijk. Bijgevolg wil het geesteskind van Jack Ma zich opwerpen als partner voor retailers (efficiëntie), voor consumenten (unieke ervaringen) en voor de bredere sector (als data- en techleverancier).
Ongeacht in welke business
En daar stopt het niet, want Ma zegt zelf ook in de toekomst te willen blijven dromen en innoveren, “ongeacht in welke business Alibaba tegen dan zal zitten”. De Chinese groep heeft inmiddels ook participaties in elektronicaproducent Haier, videostreamingdienst DisneyLife, (zelfrijdende) automakers en de krant South China Morning Post. Retail is dus mogelijk nog maar het begin van het verhaal…
Al zal het dan zonder de fysieke aanwezigheid van de oprichter zelf zijn, want net op de twintigste verjaardag neemt hij afscheid van zijn bedrijf. De rijkste man van China zegt zich voortaan te willen gaan toeleggen op liefdadigheid en zijn hervonden liefde voor het onderwijs. Heeft hij er op amper 55-jarige leeftijd echt genoeg van of zet hij een stap terug omdat hij, zoals zijn biograaf Duncan Clark volgens CNN insinueert, volgens de Chinese overheid iets te dicht bij de zon begon te vliegen?