“Bijna schijnzelfstandigen”
In het hele debat rond de paringsdans van Ahold en Delhaize klinkt de stem van de vakbonden dan wel het luidst, toch zitten de meeste medewerkers niet bij de eigen supermarkten van de groep, maar bij de 704 winkels die worden uitgebaat door zelfstandigen. Ook die beginnen zich nu te roeren, zo vernam De Standaard van een aantal franchisenemers (die liever anoniem blijven).
“Albert Heijn hanteert een veel strakkere formule. Je praat bijna over schijnzelfstandigen”, citeert de krant een zelfstandige uitbater. “Als Albert Heijn hier zijn contracten oplegt, dreigt dat negatief uit te pakken voor de zelfstandigen”, zegt dan weer een collega van een AD Delhaize.
Al nuanceert een woordvoerder van Ahold dat meteen: “We willen dat al onze winkels er hetzelfde uitzien en dat de klanten er hun vertrouwd assortiment terugvinden. Maar er blijft ruimte om in te spelen op de lokale omgeving. De zelfstandigen kopen zowat 90 procent van het assortiment bij ons.” Daarnaast bepaalt het concern ook het promotiebeleid, de timing van campagnes en de folder.
Extra marge dankzij “ruimte voor ondernemerschap”
Delhaize staat er daarentegen juist om gekend dat het zijn zelfstandigen de nodige ruimte laat om te ondernemen. Volgens sommige uitbaters is het zelfs net die grotere vrijheid, om zelf het assortiment samen te stellen, die de zelfstandige winkelier extra marge bezorgt.
“Sommige zelfstandigen zijn voormalige slagers en hebben een ruime vleesafdeling in hun AD Delhaize, andere zijn van vorming kok en hebben een grote warme keuken”, aldus de krant, die er een citaat van Denis Knoops, CEO van Delhaize België bijhaalt: “Dat ondernemerschap komt ook ons ten goede. Prachtig.”
Bovendien komt de mogelijke overname volgens de kritische stemmen op een moeilijk moment: “Eén derde van de zelfstandige winkels bij Delhaize groeit nog in omzet, twee derden zien hun omzet terugvallen”, zegt een waarnemer. Ook menen de zelfstandigen volgens De Standaard dat ze niet veel kanten op kunnen: ze zijn niet alleen gebonden door “contracten van vijf tot tien jaar”, “de Carrefour-formule is minder rendabel” en “Spar en Alvo zijn minder krachtige merknamen”, zo besluit de krant.