Trend zit boven langjarig gemiddelde
De bereidheid van de Belgische consument om goederen en diensten aan te kopen, lag in maart 2015 acht punten boven het langjarig gemiddelde, die van de Nederlandse consument kwam één punt boven dit langjarig gemiddelde uit. De koopbereidheid van de Belgische consument klom midden 2014 voor het eerst sinds medio 2011 weer boven het langjarig gemiddelde uit, om vervolgens met de nullijn te blijven flirten. De jongste drie maanden steeg de index van 1,6 naar 8 punten, wat erop duidt dat de consument nog steeds terughoudend blijft.
De voorzichtigheid van de consument is ingegeven door de minder gunstige inkomensverwachting: die barometer steeg in het eerste kwartaal weliswaar met 6,7 punten, maar bleef toch op -18 punten hangen, wat dus nog aanzienlijk onder het langjarig gemiddelde is. De Belgische economie is het afgelopen jaar ook niet zo hard gegroeid als die in de meeste andere lidstaten van de Europese Unie.
Nederlanders behoudend, Duitsers optimistisch
In Nederland is de consument nog iets behoudender: daar kwam de koopbereidheid in maart slechts uit op 1 punt. Dat is wel de eerste keer in meer dan vijf jaar geleden dat de index nog positief stond. Ook in Nederland staat de inkomensverwachting trouwens nog steeds onder druk met een negatieve score van 13,6 punten.
Globaal genomen noteerde GfK een verbetering van de stemming onder de consumenten in West- en Zuid-Europa. Vooral de Duitsers hebben er een goed oog in: hun koopbereidheid steeg tot liefst + 63 punten. Ze zien daar ook de mogelijkheden toe, want hun inkomensverwachting kwam op + 53 punten uit. In Oost-Europa overheerst dan weer het pessimisme: de impact van het conflict in Oekraïne en de effecten van de economische sancties tegen Rusland spelen een belangrijke rol voor consumenten in deze regio.
De bevindingen van het GfK-onderzoek zijn gebaseerd op een consumentenonderzoek dat in opdracht van de Europese Commissie maandelijks in alle lidstaten van de Europese Unie wordt uitgevoerd. Daartoe worden telkens 40.000 volwassenen ondervraagd over onder meer hun koopbereidheid, hun inkomensverwachting en hun spaarneiging. Van de positieve vooruitzichten worden dan de negatieve afgetrokken en vervolgens wordt het langjarig gemiddelde gelijkgesteld aan 0. Een positief saldo duidt er dus op dat de trend boven het langjarig gemiddelde zit.