Er kan maar één koning van de sportmode zijn, en dat is Nike: mede dankzij submerk Jordan kon de Amerikaanse sportreus zijn kwartaalomzet met 5% en zijn jaaromzet zelfs met 10% doen groeien. De logistiekkosten scoorden nog wel een pijnlijk tegendoelpunt.
Beter dan verwacht
In het vierde kwartaal van Nike’s gebroken boekjaar, dat eindigde op 31 mei, steeg de wereldwijde omzet met 5% naar 12,8 miljard dollar (twaalf miljard euro), net boven de analistenverwachting van 12,6 miljard dollar. Jordan groeide met 29% naar 6,6 miljard dollar (zes miljard euro) en zou volgens CEO John Donahue binnenkort “het op één na grootste schoenenmerk van de Verenigde Staten worden” – na Nike zelf, dus.
Gestegen kosten voor logistiek en voorraden zetten een domper op de winsten, zei Donahoe: de brutomarge ging dan ook licht naar beneden. Wel evolueren de voorraden nu toch weer licht positief.
Positieve vooruitzichten
Voor het hele boekjaar klom de omzet met 10% naar 51,2 miljard dollar (zelfs +16% zonder wisselkoerseffecten). Was er in het derde kwartaal nog het asteriskje dat de omzet in “Groot-China” bleef worstelen met de gevolgen van Covid, dan lijkt ook op deze belangrijke groeimarkt het herstel helemaal ingezet.
Minder goed nieuws was er van de nettowinst, die met bijna 20% zakte tot vijf miljard dollar. Dat heet evenwel een investering in de toekomst te zijn: door nu met grotere kortingen voorraden te reduceren, snijdt het bedrijf in de kosten die het anders volgend boekjaar nog zou hebben.
In dat nieuwe boekjaar verwacht Nike opvallend veel van het WK voetbal voor vrouwen, dat eind juli begint in Australië en Nieuw-Zeeland. Verderop in het boekjaar hoopt het merk dat de economische situatie weer zal verbeteren, zowel wat betreft de prijzen van zeecontainers (belangrijk voor de winstmarge!) als voor de mogelijkheid om weer meer producten zonder korting te moeten verkopen.