Wel goed, niet super
Dat moet blijken uit een studie die het Vlaams Instituut voor de Logistiek in het kader van zijn project ‘VIL 4 e-boost’ liet uitvoeren door PwC. Dat bureau onderzocht 44 regio’s verspreid over België, Nederland, Duitsland, Frankrijk, Luxemburg en het Verenigd Koninkrijk en beoordeelde alles samen 21 zogeheten “e-locatiefactoren”. Die werden gebundeld in zeven clusters: marktnabijheid, distributie-infrastructuur, arbeidsmarkt, operationele kosten, beschikbaarheid van magazijnen en gronden, competenties en investeringsklimaat.
In geen van deze “e-locatiefactoren” haalt ons gewest de sterkste score: er zijn vooral lage scores voor investeringsaantrekkelijkheid, wegcongestie, beschikbaarheid van magazijnen en bouwgrond, werknemer-werkgeverrelaties en arbeidskost. Onze regio kent bijvoorbeeld de hoogste arbeidskost uit de top-6 – hoger dus dan die in Wallonië.
Wel zijn er hoge scores voor distributie-infrastructuur (wegendichtheid en zeehavens), huurprijs van magazijnen, marktnabijheid en ook arbeidsflexibiliteit (vooral dankzij de eenvoudigere ontslagprocedures in ons land).
Zware concurrentie van naaste buren
Met een zesde plaats op 44 regio’s scoort Vlaanderen op zich nog relatief goed, maar ten overstaan van de ons onmiddellijk omringende regio’s onze grootste concurrenten laten we het afweten. De Duitse regio Rheinland-Pfalz staat aan de top, gevolgd door het Saarland en Wallonië. Zuid- en West-Nederland vervolledigen de top-5, pas dan komt Vlaanderen (zie grafiek).
Het VIL zal samen met de sector en de beleidsmakers hieruit lessen trekken en aanbevelingen formuleren om Vlaanderen een e-toekomst te garanderen. Want, zo onderstreept het instituut, “ondanks onze centrale ligging en goed uitgebouwd logistiek netwerk wordt een relatief groot aantal e-fulfillment centra opgetrokken in onze buurlanden. Denk maar aan Coolblue in Tilburg, Zalando in Erfurt of Wehkamp in Zwolle..”