Lokale voedingswinkel sterft uit
Binnenkort dreigen slagers, bakkers, groente- en viswinkels helemaal uit ons straatbeeld te verdwijnen. In heel wat (deel)gemeenten is het nu al tevergeefs zoeken naar een lokale voedingswinkel. Een analyse van zelfstandigenorganisatie NSZ op basis van cijfers van de FOD Economie toont aan dat deze teloorgang ook de laatste jaren onverminderd is blijven aanhouden. Zo daalde het aantal slagers tussen 2008 en 2013 met 11%, het aantal bakkers met 6%, het aantal groentewinkels met 7% en het aantal viswinkels met 13%
Belangrijkste verklaring: “De concurrentie met supermarkten en superettes allerhande. Deze laatste namen de afgelopen jaren in aantal stevig toe en zijn vaak ook open op zondag. Die winkels verkopen onder meer brood, vlees, charcuterie, groeten, fruit en vis, maar bieden de klant een ‘one stop shop’ waardoor hij geen verschillende winkels moet bezoeken”, zegt Christine Mattheeuws van de zelfstandigenorganisatie.
Revival van de markten
Toch is er nog een andere, opmerkelijke verklaring: ook de toegenomen populariteit van markten de afgelopen jaren speelt een rol. “Steeds meer consumenten bezoeken markten, waardoor het niet verwonderlijk is dat het aantal marktkramers met voedingsmiddelen de afgelopen vijf jaar met 12% is toegenomen”, klinkt het bij het NSZ.
Waren de ambulante voedingsverkopers in 2008 nog met 2.195, dan zijn ze nu al met meer dan 2.450, zo blijkt uit de cijfers. “Markten blijven voor de consument aantrekkelijk, zeker nu lokale, artisanale producten opnieuw in trek zijn. En dat het statuut de laatste jaren verbeterd is, speelt zeker ook mee.”
Al wijst Etienne Theys, secretaris-generaal van de Nationale Groepering Ambulante Handel, er in Het Nieuwsblad op dat het zeker niet allemaal voltijdse marktkramers zijn: “Dik twaalf jaar geleden was maar één op de tien marktkramers actief in bijberoep, tegenwoordig is dat al ruim 40%. En dat is logisch: het gros van de omzet wordt gedraaid op vrijdagen en tijdens de weekends, wanneer de mensen tijd hebben om naar de markt te gaan. In de week hebben tweeverdieners het daar veel te druk voor.”