De feesten komen er aan, maar wat valt er eigenlijk te vieren? Filet Pur schetst het droeve plaatje: een marktleider in vrije val, een harddiscounter op de dool, merkfabrikanten op de rand van het failliet…
Geen goesting
“Jouw feest begint bij onze laagste prijzen”: dat van ons wel, ja, maar veel redenen om te vieren hebben ze in Halle uiteraard niet. Nog slechter doen dan de somberste analisten hadden gevreesd, het is ook een kunst. Aan ronkende commentaren en min of meer diepgravende analyses was er dan ook geen gebrek in de media deze week – en ja, ook die betweterige retailsplainer van RetailDetail voelde zich alweer geroepen om een meninkje te droppen. Over het taboe van de laagsteprijsgarantie dan nog wel. Je moet maar durven.
Tja, Frans Muller maakte zich enkele weken geleden nog zorgen omdat de marge van Ahold Delhaize in Europa naar 3,4% was gezakt. Bij Colruyt is dat nu 2,3%. Historici herinneren zich dat het ooit 6,2% was. Onder de lat gaan is één ding: de grote vraag is wanneer de marktlijder-met-lange-ij ook onder nul gaat? Als de marge elke jaar halveert, hebben ze straks helemaal géén overschot meer. Jef verkoopt het als maatschappelijke verantwoordelijkheid: de portemonnee van de arme klant moet beschermd, tot elke kost. Maar ook de klant stelt zich vragen bij die laagste prijzen en rent van de ene 1+1 aanbieding naar de andere 2+2 gratis. Zou er eigenlijk nog iemand goesting hebben om de CEO op te volgen?
Softies
Misschien moeten ze eens op studiereis naar het mooie Normandië. Daar beweert Casino – ook al geen florissant retailbedrijf, het mag gezegd – dat het de ‘hard’ in harddiscount gaat terugbrengen, in de vorm van een nieuw winkelformat dat voortbouwt op het stoffelijk overschot van Leader Price, onder de afgekorte naam LP (dat bespaart toch weer wat geld, die kleinere uithangborden). Want de collega-prijsvechters zijn softies geworden.
Maar of ze iets nieuws hebben uitgevonden? Tja: geen kassa’s, wel zelfscanners. Dat belooft flink wat derving, toch? Geen merken. Geen folders – maar die schaffen bijna àlle Franse retailers af, wegens de hoge papierprijzen. En ‘glijdende prijzen’: je kan producten per stuk kopen, of per karton, of zelfs per pallet. De prijs daalt in verhouding. Dat zijn dus volumekortingen hé, die geeft Colruyt ook. Maar oordeelt u vooral zelf: tekst en uitleg en véél foto’s alhier.
Karikatuur
Ook voor de meest succesvolle prijsvechter ter wereld loopt het niet op rolletjes, trouwens: in Denemarken moet Aldi de strijd gewoonweg opgeven. De retailer verkoopt er van arren moede z’n winkels aan de lokale concurrent Rema 1000. Rema wie? Nu wil het toeval dat ik goed vier jaar geleden, op vakantie in het noorden, zo’n winkel bezocht, ergens in een godvergeten gat. Was me dàt een boeltje, zeg: zelden een bedroevender karikatuur van een uitgeleefde supermarkt gezien. Rare jongens, die Noormannen. De sla was verlept en de aardbeien lagen te schimmelen, dus we kozen voor de veilige optie diepvriespizza en bier, om naar de wedstrijd België-Brazilië te kijken (those were the days, weet u nog: de Duivels hadden ook geen overschot, maar ze wonnen wel).
Het is voor de discounter misschien een schrale troost, te weten dat er wel meer retailers zijn die nog amper geld verdienen. Of erger. Het Antwerpse fenomeen Fruitmarkt Cools bijvoorbeeld, is wijlen. Met prima groenten en fruit tegen bodemprijzen was dat familiebedrijfje haast geruisloos gegroeid naar wel dertig winkels, maar de harde realiteit heeft het zakenmodel onderuitgehaald: Cools verkocht overschotten, en die zijn er niet meer. Het vat de essentie van deze tijden wel goed samen, denk ik: niemand heeft nog overschot van wat dan ook.
Uitverkoop
Misschien is het zakenmodel van de flitsbezorgers nog niet helemààl dood, maar het begint toch een beetje vreemd te ruiken. Dat Getir dik 50% korting kreeg op de overnameprijs voor Gorillas, is veelzeggend. Het is alsof ze daar in Berlijn het kantoor verwarmen met eurobiljetten in de kachel. Er zullen nog wel lijken uit de kast vallen ook. En ontslagen. Tja, durfkapitaal ophalen was in betere tijden de core business van de startup. Maar ook bij inhalige investeerders is het geld nu op. Of toch minstens het geduld.
Bij Albert Heijn vonden ze ergens in een lade wél nog wat centjes. Voldoende alleszins om het familiebedrijf Jan Linders in te lijven. Een overname is het technisch gesproken niet: Jan Linders wordt de grootste franchisenemer van Appie. Toch alweer een vijftigtal winkel erbij, voor de marktleider. Alsof ze er nog niet genoeg hadden. In schrille tegenstelling tot België hebben ze in Nederland nog wel meer van die regionale familieketens, die samen trachten te overleven in de inkoopcombinatie SuperUnie. Maar gebrek aan perspectief en opvolging noopt sommigen tot de uitverkoop. Zolang het maar niet aan Colruyt is: dàt is pas een taboe.
Dwarsliggers
Maar wie zijn nu écht de allergrootste slachtoffers van de kostencrisis? Het zijn niet de gedemotiveerde medewerkers van het zieltogende Makro, die nu geen andere optie meer zien dan staken. Het zijn zelfs niet de arbeiders op verre bananenplantages, die immers eindelijk een leefbaar loon zullen ontvangen (het zal retailers wellicht niet beletten om te blijven stunten met het populairste fruit in het rek: voor anderhalve euro per kilo reizen die dozen de halve wereld rond, geen wonder dat er wel eens coke tussen zit).
Nee, de grootste slachtoffers van de crisis, dat zijn de merkfabrikanten. Echt waar. Dat zeg ik niet, dat zeggen ze zelf. Marges van 15% en meer? Vergeet het: ze zitten op hun tandvlees. Slechts 4% slaagt erin om de noodzakelijke kostenstijgingen door te rekenen. De oorzaak? Onwillige retailers, uiteraard. Die dwaze dwarsliggers zijn voor geen rede vatbaar: 27% van de fabrikanten werd dit jaar geconfronteerd met delistings omdat ze de tarieven wilden verhogen. Schrijnende toestanden. Ze hebben, kortom, ook geen overschot meer. Tenzij dan van gelijk: tenminste, dan denken ze zelf toch. En u? Tot volgende week!