Indrukwekkende cijfers
Sinds 2012 publiceert Nestlé geen afzonderlijke resultaten meer van zijn ‘goudhaantje’, maar volgens De Tijd groeide Nespresso “van 210 miljoen Zwitserse frank in 2000 naar een beoogde omzet van zo’n 5 miljard frank in 2014” en is het intussen goed voor “zo’n 5 procent van de totale omzet van het moederbedrijf“.
En dat is niet het enige indrukwekkende cijfer: “Analisten ramen de winstmarges van de goed geoliede machine op zo’n 30 procent, ver boven de meeste andere miljardenmerken die Nestlé in portefeuille heeft.”
Geportioneerde koffie is groeimarkt
Ondanks de groeiende concurrentie (en de bijbehorende rechtszaken) steeg de omzet van Nespresso de voorbije 7 jaar met 500 miljoen Zwitserse frank per jaar. “En ik ben ervan overtuigd dat we dat tempo de komende jaren kunnen volhouden”, zegt CEO Jean-Marc Duvoisin in het interview. “We groeien in de bestaande markten en tegelijk komen er nieuwe landen bij waar mensen overstappen op geportioneerde koffie.”
De Nespresso-topman gelooft dat de markt van geportioneerde koffie de komende jaren zal stijgen van zo’n 10 procent nu naar “30 à 50 procent. In sommige grote landen, zoals Mexico, moet de omschakeling nog komen en grote landen als China en India zullen over 8 à 10 jaar ook koffie drinken”, klink het.
“N-Cube zal boetieks nooit vervangen”
Nespresso verkoopt ongeveer een derde van zijn koffie via internet, nog eens een derde via callcenters en nog eens derde via eigen boetieks. “We moeten meer boetieks hebben, ook in België, we moeten ervoor zorgen dat wij de beste koffie kunnen kopen, en we moeten nog meer innoveren, in onze producten en onze diensten. Zoals met de N-Cube die we dit jaar introduceerden.”
Maar, zo voegt Duvoisin er meteen aan toe, “de cubes zullen de boetieks nooit vervangen. En de boetieks waar we een zelfbedieningssysteem hebben geïnstalleerd, daar is het personeel gebleven. Alleen zijn ze nu bezig met het serveren van koffie en het geven van uitleg in de plaats van het verwerken van bestellingen en de afrekening. Het zijn koffie-experts, dan moeten ze dat ook zijn.”