Goede resultaten verbergen er soms slechtere, niet alle zelfstandige winkeluitbaters zijn entrepreneurs, shopperdata zijn te duur en onbemande winkels zijn allesbehalve onbemand. Niets is wat het lijkt in deze Filet Pur.
Superman slaat toe
Doorgaans zijn de Belgische resultaten niet meer dan een voetnoot in de kwartaalupdates van Carrefour. Uit eerlijke schaamte, waarschijnlijk. Deze keer was dat anders: na pakweg een jaar van onwaarschijnlijk miserabele cijfers kon de retailer in ons land eindelijk nog eens met een positieve ontwikkeling uitpakken, dus was topman Bompard gul met lofbetuigingen aan het adres van zijn poulain Geoffroy Gersdorff en diens vernieuwde ploeg: “De eerste maatregelen van het nieuwe managementteam werpen hun vruchten al af”, klonk het triomfantelijk. En: “de trend in marktaandeel toont een positieve evolutie” (ik lees tussen de regels: het keldert iets minder snel).
Nou moe, als je amper drie maanden tijd nodig hebt om recht te trekken wat je voorgangers gedurende jaren scheef lieten groeien, dan zijn er maar drie mogelijke verklaringen. Eén: die voorgangers waren stuk voor stuk onbeschrijflijke kloefkappers. Twee: het ging zo slecht dat het echt niet meer slechter kon. Of drie: Gersdorff is Superman. Of àlledrie, kan ook. Dat belooft. Toch even afwachten wat dat oh zo belangrijke vierde kwartaal gaat geven. Of de Rode Duivels straks Carrefour gaan redden, is maar de vraag.
Prijs is relatief
Ook bij Delhaize zien ze het helemaal zitten. Enfin, toch bij die helft van het supermarktbedrijf die de zelfstandige winkels bedient. Zonder die aangeslotenen zou het maar pover gesteld zijn met het marktaandeel van de foodretailer, aldus Kris Volckaert, verantwoordelijk voor de affiliés. Hij had zichtbaar spijt dat hij geen cijfers mocht onthullen. Over winkeliers die tegelijk een rode en een blauwe supermarkt uitbaten gaf hij me nog deze fijne quote mee, die ik u zeker niet wil onthouden: “Ze zijn om zo te zeggen entrepreneur in hun Delhaize en operator in hun Albert Heijn.” Zo, die mogen ze in hun zak steken, aan de Karel Oomsstraat.
De ‘Kleine Leeuwtjes’ zijn een schot in de roos, dat mocht ik ook nog noteren. Dat shoppers te verleiden zijn met kleine prijsjes, dat hebben ze ook begrepen bij HelloFresh. Ja, maaltijdboxen zijn duur als je de prijzen van de ingrediënten vergelijkt met wat je in de supermarkt betaalt. Maar ze zijn goedkoop vergeleken met een restaurantbezoek. Prijs is altijd relatief. En met een strategie van vaste, betaalbare prijzen overtuigt het bedrijf meer klanten én verbetert de winstgevendheid. E-commerce en winst? Ja, dat schijnt dus te kunnen.
Welke andere?
Je zou haast gaan geloven dat het opperbest gaat in de foodretail. En al zeker wanneer je gaat kijken naar de kwartaalresultaten van de merkfabrikanten. Bij Coca-Cola is het blikje méér dan halfvol: zelfs prijsstijgingen met 12% doen consumenten niet minder frisdrank kopen. Waar doen die retailers dan eigenlijk moeilijk over? Zelfde teneur bij Unilever: stevige prijsverhogingen, amper volumeverlies. Dus: “de prijzen kunnen nog wat hoger”, aldus ontslagnemend topman Alan Jope. Kan het hem wat schelen? Na hem de zondvloed, immers. En bij AB InBev? Een topzomer, mede dank zij pokkedure festivalpintjes. Santé!
En toch: die hoeraverhalen verdienen nuance, en geen klein beetje. De Amerikaanse economie draait als een tierelier, ze heeft immers niet te lijden onder de oorlog en de energiecrisis, maar in Europa is het toch een ander paar mouwen. Vandaar bijvoorbeeld de zwakkere resultaten van Heineken. En bovendien: bij Kraft Heinz hebben ze misschien een béétje overdreven. De prijzen gingen er met meer dan 15% omhoog. Tja, dat is erom vragen natuurlijk: de volumes daalden met bijna 4% en analisten waarschuwen dat het plafond voor prijsverhogingen niet veraf is. Stel je voor: zouden consumenten hun Heinz ketchup écht willen inruilen voor een andere? “Welke andere?”
Dure data
Iémand moet die gigantische multinationals toch een beetje in toom kunnen houden? Dus zit er voor foodretailers niet veel anders op dan toch maar hardnekkig met hun leveranciers te blijven ruziemaken over de prijzen. Die discussies ondermijnen de strategische samenwerking, dat dan weer wel. De korte termijn wint het van de lange. Dat zeggen wij niet, dat zeggen de retailers zélf, in een exclusieve enquête van LD&Co en RetailDetail.
Aan duidelijke stellingnames geen gebrek, hoor. Zoals: “geen commercieel akkoord, dan ook geen category management.” Voilà. Helder. Retailers blijken niet bepaald zwaar onder de indruk van de prestaties van fabrikanten, maar die kaatsen de bal ook terug: supermarkten eisen lagere prijzen maar verkopen hun eigen shopperdata vééls te duur. En de promotieacties volledig blijven financieren, dat zien ze ook al niet langer zitten: die zijn verlieslatend, namelijk. Tja, zo kunnen we bezig blijven. Het worden nog leuke weken, in de FMCG. Goeie moed!
Valse noot
En dan was er nog een feestje, woensdag. Als Comeos trakteert op bubbels, warm eten en awards, dan komen ze graag nog eens buiten, die retailers. En RetailDetail ook, uiteraard. Het mag gezegd, de sfeer zat er goed in. Zelfs toen de winnaar op het podium werd geroepen, weerklonk er geen valse noot: terechte keuze, applaus, niemand morde. We hebben het al anders geweten. Colruyt Group maakte meteen van de gelegenheid gebruik om een aanvalsplan af te kondigen met die autonome OKay Direct stadswinkels: er verschijnen er snel meer, en mogelijk met échte ‘just walk out’-technologie. Ik kan amper wachten.
Maar schreef ik echt ‘geen valse noot’? Dat was voorbarig. Eén zure tweet verscheen al snel: “En ja, dit is de toekomst van de handel volgens Comeos… Bedankt 24/7 sociaal bloedbad en alles automatisch…” Was getekend: vakbondsvrouw Myriam Delmée, die al eens graag een winkeldeur blokkeert en vindt dat het land gerust zonder e-commerce kan. Onbemande winkels zijn een bedreiging voor haar businessmodel, aangezien ze nooit staken. We kunnen haar geruststellen: die winkels zijn allesbehalve onbemand. Er lopen daar voortdurend medewerkers rond om de voorraad aan te vullen, de vloer te dweilen of een kapotte klink te repareren. Maar het zijn wél Colruytmedewerkers: die staken maar zelden. Tot volgende week!