Interieurketen Jysk haalde het afgelopen boekjaar, tot eind augustus, 11% meer omzet. Dat is een nieuw record voor de Deense keten, ondanks een terugtrekking uit Rusland en terughoudendheid bij consumenten.
Consument staat op de rem
Het nieuwe record kwam er ondanks het feit dat de interieurketen in het vorige boekjaar flink op de proef gesteld werd door de inflatie, de stijgende kosten en de oorlog in Oekraïne. De omzet klokte af op 36,2 miljard Deense kronen (4,9 miljard euro).
“In een wereld waarin mensen echt prioriteiten moeten stellen waar ze hun geld aan uitgeven” is CEO Jan Bøgh blij met het resultaat. Het aantal klanten is namelijk toch met 7,7 miljoen gegroeid, ook al zijn de activiteiten vooral tijdens de zomer onder druk komen te staan. Door de stijgende inflatie kwamen minder klanten over de vloer en deden ze kleinere aankopen.
“We ervaren duidelijk dat de consument zich wat is gaan inhouden. De groei van zowel de omzet als het aantal klanten was voor de zomer groter”, zegt Bøgh, die bovendien toegeeft dat een deel van de ‘nieuwe’ klanten mensen zijn die voor het eerst terugkwamen na de coronapandemie en het bedrijf dus wel al kenden. Naar aanleiding van de oorlog in Oekraïne zag Jysk zich ook genoodzaakt om in totaal dertig winkels in Rusland, Wit-Rusland en Oekraïne definitief te sluiten.
Onverminderd blijven investeren
Ondanks de vele uitdagingen is Jysk niet van plan de investeringen terug te schroeven. “We zullen onze investeringen in het bedrijf op een ongewijzigd niveau voortzetten, omdat groei deel uitmaakt van ons DNA. We zijn ongeveer halverwege de transformatie van onze bestaande winkels naar het nieuwste winkelconcept en we hebben het afgelopen jaar 135 nieuwe winkels geopend. Beide zaken worden positief ontvangen door klanten, en dat verhoogt onze omzet,” aldus de CEO.
Voorspellingen voor het nieuwe jaar durft de retailer niet te doen. “We leven in een onzekere wereld, dus na de lockdowns en een nieuwe oorlog in Europa ben ik gestopt met te veel te voorspellen over wat er gaat gebeuren. We geloven echter dat we een sterk bedrijfsmodel hebben.”