De wereldwijde voedselprijzen zijn aan een correctie bezig: in juli daalden de grondstofprijzen het sterkst sinds 2008, ook al was het al de vijfde maandelijkse daling op rij. Al rest er nog veel onzekerheid.
Grondstoffen zakken in prijs
Na de piekende voedselprijzen op de wereldmarkten sinds de uitbraak van de oorlog in Oekraïne, gaan de prijzen nu al vijf maanden na elkaar naar beneden. In juli was er zelfs de sterkste daling sinds de financiële crisis in 2008: de prijzen zakten gemiddeld met 9%, meldt de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO).
Het gaat dan weliswaar om grondstofprijzen van basisproducten, en dus niet om de prijzen die de consument voor eindproducten in de supermarkt betaalt. De voedselprijsindex van de VN houdt de internationale prijzen van vijf voedselgrondstoffen bij: graan, plantaardige oliën, zuivelproducten, vlees en suiker.
Nog fors duurder dan 2021
Graan werd vorige maand 11,5% goedkoper, mede dankzij het recente akkoord met Rusland om Oekraïne via zijn havens graanoogsten te laten exporteren. Hoewel die operatie logistiek veel voeten in de aarde heeft, zijn inmiddels toch al een drietal schepen met graan kunnen vertrekken. Ook vroege maisoogsten in Brazilië en Argentinië hielpen de druk verlichten. De prijzen liggen nog wel altijd 16,6% hoger dan een jaar geleden.
De opvallendste daling is bij de plantaardige oliën te zien: die werden in juli liefst 19% goedkoper dan in juni en eindigden op het laagste niveau in tien maanden tijd. Sinds de oorlog gebruiken producenten vaak minder olie of zoeken ze alternatieven, terwijl Indonesië meer palmolie is beginnen exporteren.
Vooruitzichten blijven onzeker
Suiker zakte dan weer 4% in prijs, terwijl de vleesprijzen ongeveer stabiel bleven. Zuivelproducten worden vandaag 2,5% goedkoper worden verhandeld. Al zijn die prijsdalingen relatief: boter, kaas en melk zijn bijvoorbeeld nog gemiddeld een kwart duurder dan een jaar geleden.
De prijsdalingen zijn goed nieuws voor de voedselzekerheid wereldwijd, zegt Maximo Torero, hoofdeconoom van de FAO, maar blijven ook nog veel onzekerheden bestaan. Torrero noemt als bedreigingen de hoge kunstmestprijzen, die de productie en het inkomen van de boeren kunnen beïnvloeden, sombere economische vooruitzichten en de wisselkoersschommelingen.