Te veel (onderbetaalde) overuren en veiligheidsproblemen
In 2013 liet Colruyt Group internationaal erkende controleorganismen 62 non-foodleveranciers controleren. Daarbij waren 32 nieuwe leveranciers, die dus voor het eerst gecontroleerd werden, 15 fabrikanten die een opvolgingsaudit kregen – om na te gaan in hoeverre ze het verbeterplan uitgevoerd hadden – en nog eens 15 die drie jaar geleden een gunstige audit kregen.
Alles samen kregen 23 leveranciers een verbeteringsplan voorgelegd – zij worden dit jaar dus opnieuw geauditeerd – en werd de samenwerking stopgezet met 15 fabrikanten “die een audit weigerden of waarvan de resultaten niet goed waren”. Ter vergelijking: in 2012 moest Colruyt nog breken met 25 leveranciers die de sociale audit weigerden.
De vaakst vastgestelde inbreuken zijn “te veel overuren en de niet-correcte verloning ervan, alsook het niet naleven van elementaire veiligheidsregels“, aldus nog Colruyt. De hele auditprocedure kostte de groep 42.000 euro.
Ook 223 audits in opdracht van derden
Om overbodige controles te vermijden aanvaardt Colruyt Group ook audits die in opdracht van andere bedrijven werden gehouden, op voorwaarde dat die voldoen aan de normen van de ICTI (International Council of Toys Industries), BSCI (Business Social Compliance Initiative) of SA 8000. Als lid van ICS (Initiative Clause Sociale) heeft Colruyt bovendien toegang tot auditverslagen van de andere leden. Vorig jaar aanvaardde de groep 223 conforme audits in opdracht van derden, zodat in 2013 alles samen 285 leveranciers controle kregen.
Colruyt Group begon met sociale audits in 2003, toen het bij wijze van test een dozijn speelgoedleveranciers ging controleren. Geleidelijk aan werden de tests uitgebreid naar andere leveranciers van non-food, zodat ze tegen 2008 allemaal minstens één keer geauditeerd waren. In 2013 is de groep ook begonnen met controles bij 34 producenten van zijn voedingshuismerken met vestigingen in risicolanden.