Van fysieke producten tot allerhande diensten
“Binnen vijf tot tien jaar zullen we nog altijd in de business van de e-commerce zitten, maar we zullen op onze platforms veel meer verkopen dan enkel fysieke producten. We zullen ook steeds meer digitale content verkopen alsook diensten aanbieden via onze platforms”, zei vicepresident Joe Tsai tegen persagentschap Reuters. “Onze visie: meer deel uitmaken van het leven van de mensen en inspelen op al hun behoeften.”
Tsai ziet die consumenten via een mobiele applicatie van Alibaba een reis boeken of aandelen kopen, hun huizen verzekeren met een polis van Alibaba of in het buitenland producten betalen met hun virtuele kredietkaart van Alibaba en die, uiteraard via de fulfilmentdienst van Alibaba, laten leveren in China.
Binnenkort een heuse bank
Alibaba is met meer dan 25.000 medewerkers nu al goed voor 80% van alle online-aankopen door Chinese particulieren, een markt die volgens iResearch zo’n 2,45 biljoen yuan (een kleine 300 miljard euro) waard is. De groep bedient zo’n 300 miljoen klanten en steunt daarbij op twee grote pijlers: marktplaats Taobao en Tmall.com, het Chinese antwoord op Amazon: grote spelers als Nike of Gap hebben er hun eigen etalage.
De link tussen beide initiatieven is Alipay, dat het online betaalverkeer tussen kopers en verkopers regelt en zich ook volop profileert als leverancier van betaaldiensten voor derden. Alipay kan zo uitgroeien tot een te duchten concurrent van eBay-dochter PayPal en het Belgische Ogone.
Daar hoeft het volgens Joe Tsai niet bij te blijven: Alipay moet op termijn uitgroeien tot een heuse bank. Die Alibaba-dochter is nu al meerderheidsaandeelhouder van een lokale fondsenbeheerder en legt volop de basis voor een privébank. “We willen financiële diensten aanbieden aan ons klantenbestand, omdat we dit zien als een logisch verlengstuk van wat we vandaag al doen”, aldus nog de vicepresident van Alibaba.
Half maart bevestigde Alibaba dat het naar de Amerikaanse beurs trekt. Volgens analisten kan die beursgang de groep meer dan 11 miljard euro opleveren, waardoor het bedrijf een slordige 100 miljard euro waard is, méér dus dan Facebook. Dat zou Alibaba meteen de financiële armslag geven om al die plannen tot een goed einde te brengen.