De snelle groei van ‘quick commerce’ heeft mogelijk een grote impact op het zakenmodel van de traditionele supermarkt. Waarnemers voorspellen een consolidatieslag en meer samenwerkingsverbanden.
Uiteenlopende cijfers
De boodschappen binnen de tien minuten aan huis: voor de verwende consument is het een aanlokkelijke belofte. De koeriers van startups als Gorillas, Getir, Flink, GoPuff en Zapp strijden in heel de westerse wereld, stad na stad, om een plekje op het fietspad en in de harten van de shoppers. Dát er een markt is, lijdt weinig twijfel. Hoe groot die markt precies is, daarover lopen de meningen sterk uiteen.
Volgens onderzoeksbureau Kantar zouden snelle bezorgdiensten in Nederland nu al goed zijn voor een half miljard euro omzet en zal de kaap van het miljard euro nog dit jaar worden genomen. 700.000 klanten maken er al van de dienst gebruik. De gemiddelde besteding bedraagt 20 euro. In het Verenigd Koninkrijk zou quick commerce volgens studiedienst IGD momenteel zelfs al 1,4 miljard pond (1,7 miljard euro) aan omzet vertegenwoordigen, wat uiteindelijk nog weinig is in een foodretailmarkt die meer dan 200 miljard pond (240 miljard euro) weegt. Voor cijfers over België – waar Gorillas als enige voorlopig enkel in Brussel en Antwerpen bezorgt – is het nog veel te vroeg.
2 tot 4% van de markt?
Onvermijdelijk heeft de groei van flitsbezorging ook een impact op de omzet van de grote foodretailers. “Supermärkte hassen diesen Trick” (“supermarkten haten dit”) was niet voor niets de reclameslogan van Gorillas in thuisstad Berlijn. Elke bestelling die consumenten met de fiets aan huis laten leveren, halen ze niet langer in de supermarkt of de (nacht)winkel om de hoek. Vooral retailers die sterk staan in het segment van de stedelijke gemaks- en buurtwinkels, lijken kwetsbaar. Hoe groot kan de schade worden?
Volgens analisten van Berenberg lopen Britse supermarktketens als Tesco, Sainsbury’s of Marks & Spencer het risico om tussen de twee en de vier procent van hun omzet, of “honderden miljoenen pond” te verliezen aan de snelle fietskoeriers, als ze niet gepast reageren. Ook analisten van Barclays verwachten dat het marktaandeel van de flitsbezorgers tussen de 2,2% en 4,4% van de totale foodmarkt zal bedragen tegen 2026. Sterker nog zijn de cijfers van Cardlytics, dat de bestedingen via Britse bankrekeningen analyseert: gebruikers van snelle bezorgdiensten spenderen gemiddeld 22% minder in de supermarkt. Dat wordt pijnlijk in een markt waar elk procentpuntje telt.
Samenwerkingsverbanden
Reageren doen ze wel, de foodretailers. Opmerkelijk zijn de nieuwe samenwerkingsverbanden die nu ontstaan. Gorillas heeft akkoorden op zak met Tesco in het VK, met Casino in Frankrijk en recent ook met Jumbo in de Benelux. Een slimme zet voor de flitsbezorger, die zo zijn continuïteit veiligstelt en aan geloofwaardigheid bouwt.
Andere retailers gaan in zee met de wat meer traditionele maaltijdkoeriers, die immers ook wel brood zien in het bezorgen van boodschappen, maar die doorgaans niet binnen het kwartier leveren. Aldi (in het VK) en Carrefour (in Frankrijk en België) werken onder andere samen met Deliveroo, bijvoorbeeld. De betrokken foodretailers geven op die manier wel heel wat kostbare data uit handen, wat niet zonder risico is… Wellicht daarom nam Carrefour een participatie in de Franse flitsbezorger Cajoo en zette de retailer een eigen snelle bezorgdienst op met de naam Sprint. Rewe nam een participatie in Flink. Ook Tesco en Sainsbury’s zetten eigen bezorgdiensten op.
Consolidatieslag
Investeerders zien de trend wel zitten: de nieuwkomers weten behoorlijk wat durfkapitaal aan te trekken. Afgelopen najaar nog haalde Gorillas liefst een miljard dollar (850 miljoen euro) op. De fietsbezorger zou al meer dan 2,5 miljard euro waard zijn. Flink van zijn kant tankte 700 miljoen euro, Getir haalde 400 miljoen. Er zijn vandaag wel te veel spelers op de markt, ook daarover zijn de meeste waarnemers het eens. In elke stad zullen uiteindelijk maar één, hoogstens twee spelers overleven. Meer draagvlak is er niet.
Een consolidatieslag zit er dus aan te komen, waarbij ook de meer traditionele maaltijdbezorgers zich niet onbetuigd laten. Die beweging is al ingezet: Delivery Hero investeert in Gorillas, Amerikaanse bezorgdiensten lonken naar Europa. Doordash bijvoorbeeld zocht eerst toenadering tot Gorillas, uiteindelijk nam het bedrijf een participatie euro in Flink. >GoPuff nam de Britse startups Fancy en Dija over en wil na een rebranding vanuit Londen de rest van Europa veroveren. Ook de omgekeerde beweging speelt echter: Getir en Gorillas gingen van start in de VS.
Nichemarkt
Flitsbezorgers beloven hun klanten ‘supermarktprijzen’, maar uit een beperkte prijsvergelijking bij Gorillas in Antwerpen bleek vorig jaar toch dat die belofte niet altijd stand houdt. Een analyse van Barclays in het VK ziet zelfs een prijskloof van meer dan 20% met de grote supermarktketens. De bezorgkost blijft wel beperkt als je vergelijkt met de traditionele bezorg- en afhaaldiensten (waar je als klant wel veel meer keuze hebt). Zullen de bezorgers blijven wegkomen met hogere prijzen in tijden van voedselinflatie? Tijd is geld, maar niet voor alle consumenten.
De snelle bezorgers spreken voornamelijk een stedelijk cliënteel aan van druk bezette en eerder welgestelde consumenten. Ze overleven enkel in dichtbevolkte wijken. Ze mikken niet in de eerste plaats op de grote wekelijkse boodschappen, wel op depannage- en impulsaankopen – al wil Gorillas zich graag als vaste leverancier van verse producten positioneren. Een nichemarkt dus, maar wel één die je niet kan of mag negeren.
Winstgevend?
De hamvraag is of het model van flitsbezorgen ooit rendabel kan worden. Momenteel zijn alle startups gefocust op groei, niet op winst. Toch is een gemiddelde besteding van 20 euro per order al bij al lang niet slecht: veel gemakswinkels zouden daar erg blij mee zijn. Schaalvergroting, partnerships en operationele finetuning moeten uiteindelijk tot zwarte cijfers leiden.
Benelux-topman Sadik Cevik van Gorillas twijfelt niet, in een recent interview met RetailDetail: “We hebben dezelfde marges als een supermarkt, alleen doen we de operaties anders. Dat is waarom investeerders in ons geloven: ze kijken naar de retentie en de frequentie. Wij behouden onze klanten lang, ze bestellen steeds vaker en ze kopen steeds grotere hoeveelheden. Aan ons is het om de operaties zo in te richten dat het winstgevend wordt.”