Het Duitse modehuis Hugo Boss breidt zijn productiecapaciteit dichter bij zijn thuisbasis in Europa uit om minder afhankelijk te zijn van Zuidoost-Azië.
Turkije
Door de wereldwijde logistieke crisis is ook de toeleveringsketen van Hugo Boss ernstig verstoord geraakt, schrijft de Financial Times. Het plaatst het bedrijf voor “enorme uitdagingen” zoals tekorten, vertragingen en hogere transportkosten , aldus CEO Daniel Grieder.
Als antwoord op de crisis is het Duitse bedrijf intussen begonnen met de uitbreiding van zijn fabriek in Izmir (Turkije). Hugo Boss wil er een duizendtal extra werknemers aanwerven, waardoor het personeelsbestand met een derde zou toenemen.
De fabriek in Izmir, die dateert uit 1999, is nu al de grootste productielocatie van Hugo Boss en wordt van oudsher vooral gebruikt voor formele kleding. Het bedrijf heeft ook vestigingen in Duitsland, Polen en Italië, die samen met Turkije goed zijn voor ongeveer een vijfde van zijn kledingproductie. Nog eens 30% van de kleding is afkomstig van leveranciers in of dicht bij Europa. Volgens Hugo Boss zal dit aandeel de komende jaren verder toenemen.
Dichter bij eindklant
Door de productie te verplaatsen wil Grieder minder afhankelijk worden van Zuidoost-Azië. “Onze toekomstige strategie is om nog meer kledingstukken te produceren dicht bij de markten waar ze verkocht zullen worden,” zei hij.
In het afgelopen jaar heeft het modebedrijf de productie in Izmir reeds herschikt, waardoor er nu ook truien, dameskleding en andere kledingstukken gemaakt worden. Grieder zei dat een eigen fabriek dicht bij Europa “een enorm concurrentievoordeel” zou geweest zijn in de afgelopen maanden.
Het bedrijf kijkt ook naar het verplaatsen van een deel van zijn productie naar “stadsfabrieken” in westerse landen en zal in het eerste kwartaal van 2022 beginnen met het testen van de eindproductie van jeans en denim in een kleine fabriek in Los Angeles.