Mogelijk kunnen klanten in de flagshipstores van Ralph Lauren binnenkort zelf hun polo’s verven, in een kleur naar hun keuze. Het modemerk werkt zo aan duurzamere productie, die de consument ook nog eens gepersonaliseerde beleving biedt.
Alleen nog witte polo’s?
De kleuren van je nieuwe kleren zelf bepalen en ze in de winkel verven, daarmee experimenteert Ralph Lauren met chemiereus Dow. Op een duurzaamheidsevent van CNBC, de ESG Impact-top, vertelde Dow-CEO Jim Fitterling dat Ralph Laurens New Yorkse flagshipstores volgend jaar over de technologie kunnen beschikken om consumenten ter plaatse poloshirts te laten verven.
Het zou voor de moderetailer minder afval en minder overproductie, voor de consument een unieke, gepersonaliseerde ervaring betekenen. Als alleen nog witte polo’s uit de fabrieken hoeven te komen en verder alleen de exemplaren worden geverfd die de consument echt wil, is dat een flinke besparing – zowel financieel als voor het milieu.
Verven zonder afvalwater
Katoen verven is normaal een giftig en vervuilend proces, maar Dow werkt aan nieuwe processen met tot 90% minder chemicaliën, 50% minder energie en 50% minder water. Tegen 2025 wil Ralph Lauren die technologie voor meer dan 80% van zijn vaste katoenproducten gebruiken.
In eerste instantie is het de bedoeling om eerder in de toeleveringsketen te verven en samen ’s werelds eerste schaalbare katoenverfsysteem zonder afvalwater te ontwikkelen, maar verven in de winkel zou het ultieme sluitstuk kunnen zijn.
Co-creëren met de klant
Ook voor de consument kan het een revolutie betekenen: een klant zou een kleur kunnen kiezen uit een palet of zelf een kleur meebrengen die hij ergens zag. Die gepersonaliseerde ervaring laat de consument met het merk co-creëren en schept een emotionele band. Alleen rest de vraag hoe snel het verven zal kunnen: CNBC schat een of twee dagen, minimum een uur. Het verven voor je ogen zien gebeuren, wordt dus moeilijk.
Ralph Lauren kondigt tegelijkertijd solide kwartaalresultaten aan. In het voorbije tweede kwartaal steeg de omzet met 26% naar 1,5 miljard dollar (zo’n 1,3 miljard euro). De Europese groei bedroeg zelfs 38%, vooral dankzij een heropleving van de fysieke winkels. De nettowinst klokte af op 193 miljoen dollar (ruim 166 miljoen euro).