Volgens verschillende modeketens zijn de huidige huurprijzen, vooral voor panden in de stadscentra, niet langer houdbaar. Ze dringen aan op een herziening van de prijzen, maar daar hebben de winkelpandverhuurders vooralsnog geen oren naar.
Dure stadswinkels
Corona heeft het shopgedrag van consumenten grondig veranderd: ze laten de binnensteden links liggen en verkiezen de baanwinkels. Mede daardoor ligt de omzet in de meeste stadswinkels nog steeds zowat een kwart lager dan voor de crisis.
Elise Vanaudenhove, CEO van Bristol, gaf begin deze week zelfs aan de sluiting van enkele stadswinkels te overwegen, omdat ze te duur worden. “Sommige verhuurders leven in een andere tijd en vragen veel te hoge huurprijzen. Wij vragen die te verlagen, maar veel verhuurders willen niet bewegen”, zegt ze in De Tijd.
Ook volgens Wouter Torfs, CEO van de gelijknamige schoenenketen, staan de winkelpandverhuurders niet te springen om een structurele aanpassing te doen. Daarom neemt hij zelf het initiatief om enkele (dure) winkels te verhuizen. “We gaan enkele winkels verhuizen omdat we even verderop 30 tot 40% goedkoper kunnen huren. […] In Leuven kunnen we een A-locatie huren tegen dezelfde prijs als vandaag een B-locatie.”
Flexibele huurprijzen
Bart Claes, eigenaar van onder meer JBC en Mayerline, stelt dan weer voor om met flexibele huurprijzen te werken, waarbij de prijs dus meebeweegt met de omzet. Volgens hem zal de leegstand in de steden nog toenemen als er niets verandert. “De verhuurders moeten kiezen: ofwel lege panden ofwel loyaliteit en samenwerking met behulp van flexibele huurprijzen.”
William Van Moerkerke, topman van vastgoedverhuurder Qrf, ziet dat idee alvast niet zitten. Volgens hem hangt de waarde van een winkel niet alleen af van de verkoop. “Winkels genereren ook merkbekendheid of ondersteunen de e-commerce. De baten daarvan zijn moeilijk te meten. Ik snap dat huurprijzen kunnen fluctueren in functie van de tijd, maar niet elke maand.”
Het voorstel kan ook op weinig begrip rekenen van Jan De Nys, CEO van Retail Estates. Hij is van oordeel dat er te veel modewinkels zijn bijgekomen in de stadscentra, waardoor er een ‘race to the bottom’ is ontstaan. “Ze concurreren elkaar kapot”, klinkt het. Variabele huurprijzen zijn niet de oplossing, stelt hij. “Zeker niet op basis van de omzet of het aantal bezoekers. Moeten de verhuurders hun huurprijzen laten schommelen op basis van de winstmarges van de winkeliers? Sorry, maar dan zouden wij moeten opdraaien voor de onderlinge concurrentie. Daar kunnen we niet aan meedoen.”