De stadscentra zijn nog niet hersteld van de coronashock. De winkels zijn sinds anderhalve maand weer open, maar veel shoppers kiezen voor de ‘veiligere’ baanwinkels.
Kwart minder bezoekers
Uit metingen van The Retail Factory, blijkt dat de Vlaamse centrumsteden nog steeds 28% minder passanten zien dan voor de crisis. Bij de retailparken en baanwinkels is het verschil veel kleiner: ze tellen gemiddeld 7% minder bezoekers. “Mensen verkiezen baanwinkels waar ze met de wagen en in de eigen bubbel naartoe kunnen”, zegt Luc Van Rompaey van The Retail Factory in De Tijd. Volgens hem ligt de drempel om het openbaar vervoer te nemen of in een drukke winkelstraat te wandelen nog steeds erg hoog.
Ondernemers als Wouter Torfs treden de bevindingen van het onderzoeksbureau bij. “Onze baanwinkels zaten in mei bijna weer op het niveau van 2019, terwijl we in de steden en de winkelcentra dalingen zagen van 25 tot 40% , zegt Torfs. Ook bij concurrent Bristol ligt de verkoop in de steden ongeveer een kwart lager dan voor de crisis.
Toerisme
Volgens Gerard Zandbergen, de CEO van Locatus, spelen twee factoren een cruciale rol in de huidige situatie. Enerzijds is er een psychologische component: mensen zouden als gevolg van de afstandsregels sneller het gevoel krijgen dat het in de stad al drukker is. Langs de andere kant zijn de toeristen nog niet teruggekeerd, wat uiteraard weegt op de steden.
Over de nabije toekomst lopen de meningen sterk uiteen, al is iedereen het er wel over eens dat de coronacrisis een blijvend effect zal hebben. Bart Claes van kledingketen JBC is hoopvol en ziet beterschap sinds de heropening van de horeca. “Ik verwacht dat de winkels in de stadscentra snel herademen”, zegt hij.
Elise Vanaudenhove, CEO van Bristol, is veel minder optimistisch en stelt zelfs de toekomst van de stadswinkels in vraag. “Als dit nog lang duurt, is het mogelijk dat we winkels sluiten. Ze zijn te duur”, besluit Vanaudenhove.