Er loopt een gerechtelijk onderzoek naar het faillissement van de Brusselse kledingoutlet Cameleon. De verdenkingen gaan vooral over wat zich afspeelde voor de doorstart, die nog zo werd geprezen.
Fraude bij faillissement?
Bij de outletkledingverkoper Cameleon zijn vorige week huiszoekingen gebeurd. Ook leden van zowel het vroegere als het nieuwe management kregen rechercheurs over de vloer en werden verhoord. Dat bericht L’Echo. De verdenkingen gaan over de omstandigheden van het faillissement eind vorig jaar, en gaan van valsheid in geschrifte tot criminele vereniging. Ook witwaspraktijken en faillissementsdelicten passeren de revue.
Het onderzoek zou naar verschillende gebeurtenissen lopen, waaronder over een voorraad kleding die door oprichter Jean-Cédric van der Belen werd doorverkocht in een Brusselse tweedehandswinkel. Ook over de waarde die bij het faillissement uiteindelijk op de resterende voorraden, op het merk en op het hele dossier zijn geprikt, hadden de onderzoekers vragen. Er zouden bovendien verdachte financiële bewegingen naar een stichting zijn geweest.
Nauw opgevolgd
Het gerecht hoopt tot slot meer duidelijkheid te krijgen over de banden tussen de vroegere en de nieuwe directie. De doorstart onder nieuwe eigenaars gebeurde immers met expliciete steun van de oprichters, die ook nog steeds eigenaar zijn van het bedrijfspand in Brussel. Zowel de vorige als nieuwe eigenaars benadrukken niettemin dat er geen banden zijn tussen het vroegere management en nu.
De doorstart van Cameleon kreeg opvallend genoeg veel lof, omdat het gebruik maakt van een innovatief model waarbij ook de medewerkers (beperkt) konden instappen in het kapitaal. Op die manier kon het bedrijf worden gered. Het management wijst er dan ook op dat de doorstart, zeker door die pioniersrol, nauwgezet is opgevolgd door de curatoren, het Brusselse bedrijfsondersteuningsbureau hub.brussels en zelfs het kabinet van de staatssecretaris voor Economische Transitie Barbara Trachte.