Enkele modegroepen, waaronder Inditex en Uniqlo, zijn in Parijs voor de rechter gedaagd wegens het verhullen van dwangarbeid en misdaden tegen de menselijkheid.
Rapport
Volgens de aanklagers (de NGO Sherpa, het Collectif Ethique sur l’Etiquette en het European Uyghur Institute) besteden Inditex, Uniqlo, SMCP en Skechers nog steeds een deel van hun productie uit aan aan de regio Xinjiang. Ook zouden ze goederen op de markt brengen met katoen afkomstig uit het omstreden gebied. De aanklacht moet “de straffeloosheid van deze actoren ten aanzien van schendingen die in het kader van de economische globalisering zijn begaan” aan de kaak stellen, meldt Fashion Network.
Xinjiang is goed voor een vijfde van de katoenproductie in de wereld. Volgens verschillende NGO’s wordt er systematisch gebruik gemaakt van dwangarbeid onder Oeigoeren. De controverse kwam vorig jaar in een stroomversnelling na de publicatie van een omvangrijk rapport van het Australian Institute of Political Strategy, waarin tientallen grote merken gelinkt werden aan de misstanden.
Verscheurende keuze
De klacht komt tegen de achtergrond van toenemende spanningen tussen China en het Westen over de kwestie. Verschillende merken die zich over de controverse hebben uitgesproken, zoals H&M, hebben hun producten van de Chinese markt zien verdwijnen en werden geboycot op lokale sociale netwerken. De hele zaak plaatst de kledingmerken voor een lastige keuze: de menselijke waarden waarover zij regelmatig communiceren in de praktijk omzetten, of zich midden in een gezondheidscrisis beroven van een van de grootste afzetmarkten ter wereld.
Voor de NGO’s die achter de in Parijs ingediende klacht staan, onderstreept de kwestie van de Oeigoeren het belang van de toekomstige Europese richtlijn inzake zorgplicht. Op 10 maart stemden de Europese parlementsleden over een ontwerpinitiatief inzake de zorgplicht, waarmee de basis werd gelegd voor een strengere controle op bedrijven en hun dochterondernemingen.