Het Europees Parlement heeft gestemd tegen het voorgestelde verbod om voor plantaardige alternatieven benamingen te gebruiken die naar vlees verwijzen. Benamingen die naar zuivel verwijzen, blijven echter wel verboden.
Overwinning is niet compleet
Na de plenaire stemming overheersen gemengde gevoelens bij de Europese consumentenorganisatie BEUC. Die is verheugd dat de Europarlementariërs niet zijn mee gestapt in verregaande voorstellen om voor vleesvervangers elke benaming te verbieden die naar vlees verwijst. Volgens de vleeslobby moeten termen als steak, worst, kotelet en burger exclusief voorbehouden blijven voor “echt” vlees. Benamingen als groenteburger of sojaworst zouden namelijk tot verwarring kunnen leiden bij consumenten. Een argument dat door voorvechters van plantaardige voeding als ongeloofwaardig wordt weggezet. Een meerderheid van de Europarlementariërs bleek het daarmee eens.
Toch is de overwinning niet compleet. Het parlement bevestigt namelijk wél dat het verboden blijft om voor zuivelalternatieven benamingen te gebruiken die naar zuivelproducten verwijzen. Van ‘sojaroom’ kan dus geen sprake zijn, van ‘plantaardige yoghurt’ evenmin, en ook niet van ‘alternatief voor boter’.
Een grote klap voor de plantaardige zuivelsector, vindt ProVeg International, de belangenorganisatie die een petitie tegen de ban had opgezet: “Plantaardige zuivelbedrijven worden opgezadeld met aanzienlijke financiële lasten en praktische uitdagingen rond het hernoemen, herpositioneren en opnieuw op de markt brengen van producten, en mogelijk hoge juridische kosten. Het verbod is ook in directe tegenspraak met de doelstellingen die de EU in de Europese ‘Green Deal’ en ‘Farm to Fork’-strategie heeft geformuleerd om gezondere en duurzamere voedselsystemen tot stand te brengen.”