Lego verkocht liefst 14% meer in de eerste helft van dit jaar, ondanks de gesloten winkels tijdens de lockdown. E-commerce wist de fysieke terugval te compenseren, terwijl families samen begonnen te spelen.
Fabrieken lagen stil
Tijdens de lockdown begonnen families samen te spelen en Lego-sets te bouwen, zag Lego-topman Niels Christiansen, die het tegenover Reuters heeft over een “zeer positieve” eerste jaarhelft. In de eerste zes maanden van het jaar steeg de consumentenverkoop van de speelgoedmaker met 14%.
Wel was er een duidelijk verschil tussen de verkoop en de omzet: die laatste steeg ‘slechts’ met 7% tot 15,7 miljard Deense kroon (2,11 miljard euro). Dat is te verklaren door het feit dat Lego door de corona-uitbraak tijdelijk gedwongen was om de productie in Mexico en China stil te leggen. De retailers verkochten daarom hun bestaande voorraden om aan de vraag te voldoen.
Momentum blijft
Toch is de groei opvallend, aangezien alle 616 winkels wereldwijd een tijdlang gesloten waren en ook de groothandel forse klappen kreeg. De onlineverkoop wist de sluitingen meer dan te compenseren: vorig jaar investeerde Lego fors in e-commerce en een nieuwe website voor het merk, en daar plukt het nu de vruchten van. Het aantal bezoekers van de website is in de eerste zes maanden van 2020 verdubbeld tot 100 miljoen.
Ook de operationele winst steeg: met 11% tot 3,9 miljard Deense kroon (520 miljoen euro). Lego ziet bovendien dat het momentum zich voortzet in de tweede helft van het jaar, “zelfs nadat men weer aan het werk en naar school ging”. “Het resultaat is dus niet alleen een weerspiegeling van twee maanden waarin iedereen thuis zat”, aldus Christiansen.