De coronacrisis heeft de bio-ondernemers van The Barn alleen maar in hun overtuiging gesterkt. Dit weekend opende de vijfde biomarkt van de Brusselse keten, met de grootste opkomst tot nu toe. “Ons partnershipmodel is de toekomst”, zegt medeoprichter Julien de Brouwer.
Korte keten redding in hamstertijd
Op 3,5 jaar tijd opende The Barn vijf biomarkten: vier in het Brusselse en een in Antwerpen. Daar stopt het nog lang niet: de start-up heeft al een volgend pand op het oog. “Zolang we duurzaam kunnen groeien zonder afbreuk te doen aan onze filosofie – 100% transparantie van producent tot consument – gaan we door, en ik voorzie geen grote obstakels”, zegt De Brouwer.
“Mensen vragen soms of we onszelf niet voorbijlopen door zo snel te groeien. Integendeel: we staan verder en sterker in onze waarden dan ooit tevoren. Ons doel is een zo groot mogelijke ecologische impact op de samenleving te krijgen dankzij duurzame productie. Wist je dat 75% van de natuur in België productiegrond is? Als elke vierkante meter daarvan duurzaam is, hebben we onze taak volbracht. De coronacrisis heeft de noodzaak daarvan alleen maar duidelijker gemaakt.”
Het korteketenmodel waarmee de retailer werkt, bleek daarbij ook het juiste model te zijn in coronatijden. The Barn werkt zo veel mogelijk in rechtstreekse samenwerkingen met (bij voorkeur lokale) producenten. Door zo dicht bij de productie te staan, wist de bioketen de enorme pieken in de vraag op te vangen tijdens de lockdown.
“In maart, april en mei was de vraag werkelijk ongezien. Zelfs in winkels die al langer open zijn, zoals Etterbeek, stegen de omzetten gigantisch. Toch hebben we altijd kwalitatieve producten kunnen aanbieden, en daar ben ik bijzonder fier op. Dankzij de directe samenwerking met de producenten hebben we echt hand in hand kunnen reageren op de coronacrisis”, aldus De Brouwer.
Partnermodel is de toekomst
The Barn zag zijn concept bevestigd: “Voor mij is dat de grootste ‘eyeopener’ geweest. Onze selectie van producenten is de juiste gebleken en ons model van samenwerkingen hét recept om te winnen. De band die je kunt krijgen als je zo nauw samenwerkt, is bijzonder duurzaam voor beide partijen. In de toekomst willen we de productie en distributie van voeding dan ook samen blijven innoveren en uitdagen. De kloof tussen de producent en de eindconsument verkleinen, daar ligt de win.”
De partnerships van The Barn zijn in de eerste plaats samenwerkingsverbintenissen, legt De Brouwer uit: het bedrijf gaat rechtstreekse samenwerkingen aan, met per nieuwe winkel nog een specifieke ‘vaandeldrager’: een lokale producent die extra steun krijgt en waar medewerkers van de winkel tijdens de zomermaanden zelfs kunnen gaan werken – op kosten van de retailer. De bioformule biedt bovendien voorfinanciering aan of betaling binnen de 7 dagen – “uniek in de sector” – en investeringspremies aan het eind van het jaar.
Om dat waar te maken, is grootte wel belangrijk – zeker in de biomarkt, die toch nog steeds een nichemarkt is. “Bio mag dan wel ‘booming’ zijn, vergeet niet dat het nog maar 4 à 5% van de markt uitmaakt. Door onze grote volumes zijn we een rendabel bedrijf en die volumes maken het ook haalbaar voor onze partners. Zeker voor producten die van verder komen, zoals koffie of cashewnoten, is transparantie anders bijzonder moeilijk te bereiken. Normaal zijn cashewnoten een speculatieproduct, wij werken rechtstreeks met een producent uit Burkina Faso waarvan we exact weten hoe de productie gebeurt.”
“Duurzaamheid leeft, ondanks rijen bij Brantano”
Consumenten verwachten die transparantie bovendien nog meer sinds de coronacrisis. “Mensen stellen meer dan vroeger vragen over de herkomst en productie in de winkels. Je ziet dat ze bewuster bezig zijn met de klimaatuitdaging. Er is ook een duidelijke toename van nieuwsgierige nieuwe klanten. Het is dan nogmaals een bevestiging van ons concept als we die mensen kunnen overtuigen met ons verhaal.”
“Het is grappig: ik zeg nu dat duurzaamheid en lokaal leeft, terwijl er ongeziene wachtrijen zijn bij de uitverkoop van Brantano. Maar zo gaat het, het is niet binair. Prijs blijft bovendien belangrijk. Als je bio niet toegankelijk kunt aanbieden, werkt het niet. In de komende maanden willen we zelfs een prijsverlaging doorvoeren. Niet ten koste van de producenten, nee, door onze eigen marges te verlagen. We zijn op een punt waarop dat kan. Zoals gezegd, de kloof tussen de producent en de consument moet bij ons zo klein mogelijk.”
Recordopkomst in openingsweekend
Met digitaliseren is The Barn weliswaar nog niet actief bezig. “We concentreren ons vandaag op het openen van versmarkten, want daar zijn we goed in. Al ben ik me ervan bewust dat online een must wordt. De doorbraak van e-commerce in food is mogelijk de grootste verandering post-corona, maar ik heb geen spijt: je moet keuzes maken. Als we het doen, moet het ook in lijn zijn met onze filosofie: zowel ‘zero waste’ als authentieke beleving moeten erin passen.”
In Jette ging op 22 augustus – iets later dan de voorziene opening in mei – de vijfde versmarkt van de formule open. Tijdens het openingsweekend kwam een recordaantal klanten over de vloer, die volgens De Brouwer ook opvallend bewust waren gekomen. “Je zag aan de gemiddelde winkelkorf dat ze op ons aan het wachten waren. Ze kwamen hun aankopen doen. Dat zegt iets over onze naambekendheid in Brussel.”
Dat sectorgenoot Bio c’Bon, met ook twee winkels in Brussel, net nu (bijna) failliet gaat, vindt Julien de Brouwer frappant. “Het overtuigt me nog meer van het belang van onze humane aanpak. Net zoals we zo dicht mogelijk bij onze leveranciers willen staan, willen we dat ook bij de consument blijven.” Interesse om de panden over te nemen, is er niet: “Een duurzame, organische groei staat voorop. We mogen geen groene bubbel creëren.”