De Franse modeketen Camaïeu maakt een opvallende doorstart: niet de voormalige eigenaar mag de failliete keten overnemen, maar wel vastgoedgroep FIB. Hoewel er voor België (nog) geen oplossing is, reageren de vakbonden opgelucht.
Duidelijke voorkeur vakbonden
De rechtbank van Rijsel maakte vandaag zijn keuze bekend, nadat ze moest kiezen tussen twee overnamekandidaten: Financière immobilière bordelaise (FIB) en Joannes Soënen, tot nu toe eigenaar van de Franse modeketen. Niet alleen door die historische banden met het label is de keuze voor FIB opvallend, eerder noemde de rechtbank het bod van de overnemer ook onfatsoenlijk laag – al was dat blijkbaar niet anders bij het bod van Soënen.
Mogelijk hebben de protesten van de vakbonden met de beslissing te maken: zij beschuldigen Soënen ervan zelf schuldig te zijn aan het faillissement, en met name dat van de activiteiten in België, Luxemburg en Zwitserland. Bij de aanvang van de coronacrisis had Soënen immers de opdracht gegeven om alle beschikbare middelen terug te sluizen naar het Franse moederbedrijf.
Op zoek naar koper voor België
De vakbonden reageren daarom opgelucht op het nieuws, ook al vormt de overname nog geen uitkomst voor de Belgische tak: die betreft immers enkel 511 winkels en 2.659 medewerkers in Frankrijk. De Belgische winkels zullen naar verwachting deze week een gerechtelijke reorganisatieprocedure doorlopen.
In afwachting van een overnemer van de Belgische activiteiten, hopen de vakbonden dat het Franse hoofdkantoor de winkels niettemin zal blijven bevoorraden. Ook vragen ze inzage in de cijfers van de dochteronderneming.